Volgno. 38a der agenda.
theoretische bekwaamheid voor het geven van onderwijs in het leervak te bezitten. Is be
trokkene in het bezit van bedoelde verklaring dan kan hij ook worden toegelaten voor het
examen ter verkrijging van het daarnaast vereiste pedagogisch getuigschrift voor het nij
verheids onderwi j s
De heer Nietsch is reeds studerende voor het diploma o.b.a.o,, terwijl de heren Steen
bergen en Beks zich bereid hebben verklaard de studie voor dit diploma ter hand te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de directeur, waarin tevens het advies van de commissie
voor het nijverheidsonderwijs is vervat, dragen wij IJ voor benoeming in tijdelijke dienst
voor, ingaande 1 september 1959 en eindigende op 31 juli 1960:
a) voor de betrekking bedoeld onder A: Hermanus Chr.A. Nietsch, geboren 5 juni 1934;
b) voor de betrekking bedoeld onder B: in volgorde van voorkeur:
1. Johannes Steenbergen, geboren 23 april 1921, en
2. Johannes M. Beksgeboren 25 juli 1933»
De voorgedragen kandidaten voldoen, behoudens het hierna gestelde onder 1 en 2, aan
de eisen van benoembaarheid.
Aan de benoeming waren ingevolge de nijverheidsonderwijswet en het rechtspositiebe
sluit n.o. 1935 y de volgende voorwaarden te verbinden:
1. dat de voordrachten door de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen xrorden
goedgekeurd, welke goedkeuring impliceert ontheffing van het vereiste bezit van het be
wijs van bekwaamheid en van het pedagogisch getuigschrift;
2. dat de benoemden door de gemeentelijke geneeskundige dienst voor het vervullen van de
betrekkingen geneeskundig geschikt worden bevondenfen
3. dat aan de benoemden een getal lesuren kan worden opgedragen als in verband met de be
langen van het onderwijs zal blijken nodig te zijn.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
ti Van Woensel secretaris»
Ligt ter visie m de raadzaal. 7
Noot:
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijsxret worden de leraren der
gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeenteraad uit een voordracht van be
noembaren, welke is opgemaakt door burgemeester en wethouders nadat de directeur, wiens
advies wordt overgelegd, is gehoord. De voordracht behoeft de goedkeuring van de minister
van onderwijs, kunsten en wetenschappen.
Voorts is in artikel 8, lid 1van de verordening, regelende de samenstelling en de werk
kring der commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheidsscholen (gemeenteblad no.
391bepaald, dat de commissie voor het nijverheidsonderwijs de raad en burgemeester en
wethouders van bericht en advies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in
HUIiyjui