GEMEENTE BREDA volgno.40 der agenda Bijlagen 1959 no.546 11 juli 1959 P/11991 Preadvies van burgemeester en wethouders op het koninklijk besluit van 10 maart 1959 inzake de bezoldigingsregeling ambtenaren 1955. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. haar aanleiding van het door tussenkomst van gedeputeerde staten van Koord-Brabant toegezonden koninklijk besluit van 10 maart 1959 inzake de be zoldigingsregeling ambtenaren 1955, hetwelk in Uw vergadering van 13 mei j.l, on advies in onze laanden werd gesteld, mogen wij het volgende opmerken, In het koninklijk besluit wordt overwogen, dat bij raadsbesluit van 17 september 1958 tot wijziging van de bezoldigingsregeling ambtenaren 1955 is uitgegaan van salarisnormen van een eerste klas gemeente, doch zulks is reeds het geval vanaf 1 juli 1955, hetgeen aan het hoger gezag bekend is, zodat het niet juist wordt geacht dat op grond van deze overweging wordt teruggekomen op oen reeds jaren bestaande situatie. Uw raad heeft in het verleden bij interpellatie en telkens opnieuw bij de jaarlijkse begrotingsbehandelingen, de wenselijkheid bepleit, dat Breda zou worden ingedeeld onder de eerste-lclas gemeenten ingevolge het bezoldigingsbe sluit burgerlijke rijksambtenaren 1948, Wij durven dan ook niet de vrijheid te nemen Uw raad in overweging te ge ven om aan de aanmaning van de Kroon tot hot toepassen van een klasse-aftrek in de bezoldigingsregeling ambtenaren 1 955 te voldoen. Voor de bepaling van Uw standpunt lijkt het ons dienstig Uw raad er op te wijzen, dat ingevolge de procedure van artikel 126 van de ambtenarenwet 1929, dat - indien thans niet aan de aanmaning gevolg wordt gegeven - de Kroon zich tot ons college wendt met een uitnodiging om de verlangde wijziging in de bezol digingsregeling aan te brengen, voordat de Kroon de bevoegdheid heeft zelf in te grijpen. wenselijk is Mogelijk is Uw raad van mening, dat het/deze procedure te benutten door thans nogmaals Uw eerder genomen standpunt naar voren te brengen, mede in de hoop dat misschien de regering aanleiding zal vinden om van haar eerder genomen beslissing (welke wij ten zeerste betreuren) terug te komen. Een dergelijke aanleiding kan mogelijk gevonden worden in de omstandigheid, dat de regering onlangs een wijziging heeft gebracht in de klasse-indeling van het bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren voor een negental gemeenten, waarbij de gemeenten Beverwijk, Diemen, Landsmeer(westelijk deel), Leidschendam (kom) Rotterdam (voor de gedeelten Hoogvliet en Pernis) en Velzen onder de eerste klas gemeenten zijn gerangschikt. Burgemeester en wethouders van Breda, De secretaris, De burgemeester,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 511