-2- ruime schaal als thans onder de noodregeling, een beroep roet worden gedaan op de subjectieve correctievan de objectieve normen. Door het ontbreken van tal van detailpunten, waarvan de regeling nader moet geschieden bij algemene maatregel van bestuur, is het moeilijk een concreet inzicht te verkrijgen in de consequenties van do nieuwe regeling. Bovendien is de datum van inwerkingtreding van de nieuwe regeling niet bekend. In het wetsontwerp wordt er van uitgegaan, dat de inwerkingtreding no: aet terugwerkende kracht kan geschieden tot 1 januari 1959. br moet evenwel rekening- mee worden gehouden, dat door stagnatie in de behandeling van het wetsontwerp en de administratief-technische voorbereiding van de uitvoeringsregelen de datum van inwerkingtreding lean worden ver schoven naar 1 januari 1950. Uit het bovenstaande blijlct voldoende, dat de onzekerheid over de toekomstige status van de financiële verhouding tussen lijk en gemeenten ook thans bij het opstellen van de begroting voor 1960 niet is weggenomen. In verband hiermede, daarbij gevoegd ons verlangen om de begrotingsbehandeling binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijnen te doen verlopen, was het onmogelijk bij de op stelling van de ontwerp-begroting 1960 rekening te houden met het ontwerp 'financiële verhoudingswet 1959" Dit betekent, dat de voornaamste inkomstenramingen van deze begroting nl. de uitkerin gen uit het gemeentefonds zijn gebaseerd op de thans geldende noodregeling;. Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken, dat de ter behandeling' voorliggende ontwerp-begro ting een tekort aan algemene dekkingsmiddelen vertoont, dat uitgaat boven het voor 1959 geraamde tekort. Bij herhaling hebben wij aangetoond - bij voorgaande begrotingsbehandelingen en in onze voorstellen tot het aanvragen van subjectieve verhoging in voorgaande jaren - dat de volgens de geldende regeling te ontvangen algemene middelen absoluut onvoldoende zijn voor de realisering van de noodzakelijke voorzieningen, waarbij wij uitvoerig hebben gewezen op de oorzaken van de budgetuitzetting en het achterblijven van de uitkeringen uit het gemeentefonds in ver;elijl zing tot andere gemeenten. llu de voorgaande jaren ingediende verzoeken om subjectieve verhoging van het basisbedrag va.n de algemene uitkering uit het gemeentefonds niet oslechts ten dele konden wor den gehonoreerd, waarvan de oorzaak wel zal moeten worden gezocht in de onvoldoende voor subjectieve correctie beschikbare middelen in het fonds, betekent dit in feite dat alle nieuwe activiteiten van de gemeente tot gevolg hebben de verhoging van het onge dekte tekort. In de begroting 1960 hebben wij neergelegd een reëel noodzakelijk voorzieningsniveau - wat de investeringen betreft beperkt tot de tot en met 1960 te realiseren voorzieningen ongeacht de mogelijkheden tot delating van het.tekort, teneinde gemotiveerd te kunnen aan tonen de behoefte aan meer dekkingsmiddelen, Hij zijn er v,.n overtuigd, dat de gevolgde methode bij de opzet van de begroting - in feite een reële behoefteraming - in de huidige onzekere situatie met betrekking tot de financiële mogelijkheden noodzakelijk is, teneinde te voorkomen dat de bestaande achterstand blijft of mogelijk no: wordt vergroot.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 513