-4- a. de werkelijke uitgevoerde investeringen tot en met 31 december 1958j b. alle door gedeputeerde staten goedgekeurde kredieten tot en met deze datum voorzover deze nog niet zijn uitgevoerd; c. de geraamde investeringen voor 1959 aan de hand van het investeringsplan; d. in 1960 te investeren bedragen tot een totaal van rond 29,000,000,-, waarvan rond 12,250,000,- voor onrendabele investeringen. Voor wat betreft de investeringen 1960 voor de bedrijven zijn de lasten verwerkt in de bedrijfsbegr0tingen. De lasten van de in 1960 ten laste van de algemene dienst te in vesteren bedragen zijn opgenomen in de zgn. investeringspost op hoofdstuk XIII- 1 van de begroting, In het budget zijn dus verwerkt zowel de reële als de potentiële lasten van de in vesteringen tot en met het jaar 1960, Voor de in 1960 te investeren bedragen is, zoals gebruikelijk, een investeringsplan opgesteld. Evenals in voorgaande jaren is voor de onrendabele investeringen een niveau van ruim 12,000,000,- aangehouden. Een niveau dat in vergelijking' tot andere gemeen ten wellicht hoog ligt, doch dat voor Breda zeker nog de eerste jaren noodzakelijk is teneinde de achterstand in de voorzieningen, welke reëel aanwezig is, op zo kort moge lijke termijn te kunnen inhalen. Wij zijn er van overtuigd, dat de huidige moeilijkheden op het gebied van de investe ringen - de investeringsbeperking heeft een vervolg gekregen door de gewijzigde proce dure met betrekking tot de subjectieve verhoging 1959, waarover hierna meer - een sterk vertragende invloed zullen hebben op de realisering van de verschillende plannen. Wij spannen ons juist op dit gebied tot het uiterste in om binnen de beperkte mogelijkheden de meest urgente voorzieningen verspreid over alle sectoren van gemeentelijke activiteit tot stand te kunnen brengen, In dit licht moet dan ook bezien worden het hierbij overgelegde investeringsplan voor 1960, vooral voor wat betreft de onrendabele investeringen. Het eeft een inzicht in de ieder op zich noodzakelijke voorzieningen waarvan de realisering in 1960 wordt nage streefd. Bij de kredietverlening in de loop van het jaar zullen - door de omstandigheden op het moment - zeker afwijkingen op onderdelen voorkomen. In verband met de beoordeling van het totaal kan het plan wellicht beter samengetrokken worden tot enkele groepen en wel als volgt: openbare gebouwen 1,000.000,- bestratingen, rioleringen, bruggen,plantsoenen, straatverlichting, enz, 7.240.000,- onderwijs, kunsten en wetenschappen: zuiver onderwijs en gymnastieklokalen 2.267.155,- overige (inclusief sportvoorzieningen) 1.450.000.- 3.717.155,- tractie 242.525,- diversen 48.445.- 12.248.125,- Na het vorenstaande leggen wij er nogmaals de nadruk op, dat het investeringsplan niet kan worden opgevat als een strak werkschema, doch meer moet worden gezien als prognose van het totaal te investeren bedrag en ter bepaling van de daaruit voortvloeiende bud gettaire consequenties. Pers one elskogten Bij de raming van de personeelskosten is als volgt te werk gegaan. Uitgaande van de werkelijke situatie per 1 januari 1959 zijn per onderdeel (volgnummer of bedrijf) de werkelijke kosten geraamd, verhoogd met 5 voor periodieke verhogingen, bevorderingen en uitbreiding van personeel. Voor sedert 1 januari 1959 getroffen of nog te treffen loon- en salarismaatregelen is op hoofdstule XIII - 1 van de algemene dienst (volgno. 760) een stelpost opgenomen van 100,000,-. Mede in verband met de inmiddels verschenen regeringsnota inzake het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 515