GEMEENTE BREDA Volgno. 3i der agenda Bijlagen 1959 no. 44 3 februari 1959 IZ/18079a Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Vraag Antwoord De heer Kroon zegt het volgende: Bij de onlangs gehouden openbare aanbesteding van de brug over de Mark in de Crogten, is door één van de inschrijvers, naast het ge vraagde object, een ander (goedkoper) object ingediend. Indien ik goed ben ingelicht,heeft Uw college aan bedoelde inschrijver het werk gegund, volgens de door hem ingediende goed kopere constructie. Naar aanleiding hiervan veroorloof ik mij Uw college de volgende vragen te stellen: 1Is Uw college niet vooraf door Uw techni sche dienst ingelicht, dat een dergelijke goedkopere constructie ook mogelijk was? 2. Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord, waarom is dan de moge lijkheid in het bestek niet opengelaten, om eveneens in te schrijven op deze goed kopere constructie? 3. Indien de eerste vraag ontkennend moet wor den beantwoord, acht Uw college dit dan niet een ernstige lapsus van Uw technici? 4. Acht Uw college het nut van deze openbare aanbesteding niet illusoir, doordat de in schrijvers, welke zich uiteraard aan het bestek dienden te houden, niet in de gele genheid waren eveneens in te schrijven op de goedkopere constructie? Met de mogelijkheid van een goedkopere con structie is voor de aanbesteding van de brug terdege rekening gehouden. In de bij het bestek behorende nota van inlichtingen werd de inschrijvers uitdrukke lijk toegestaan een hunnerzijds gewijzigd ont werp in te dienen. Het indienen van een goedkopere oplossing stond derhalve voor iedere aannemer open. Een bindende omschrijving werd met opzet niet gege ven, teneinde de aannemers bij het maken van een alternatieve aanbieding in de gelegenheid te stellen volledig gebruik te maken van hun erva ringen en specialiteiten, zomede van het hun ten dienste staande materieel. Aangezien bij het onderhavige kunstwerk om vangrijke hulpwerken nodig zijn, spelen deze factoren nl. bij de prijsbepaling een grote rol. Het nut van de gehouden openbare aanbeste ding is derhalve zeker niet illusoir gebleken; integendeel heeft deze geheel aan de verwach tingen voldaan. De gestelde vragen kunnen als volgt worden beantwoord: ad 1De mogelijldieid van een goedkopere construc tie was tevoren terdege onderkend. ad 2. Volgens de bij het bestek behorende nota van inlichtingen was het alle aannemers toege staan in te schrijven met een gewijzigde con structie. ad 4. waar bij de aanbesteding allen gelijke kansen hadden komt het nut ervan ons zeker niet illusoir voor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 62