GEMEENTE BREDA
bij volgno. 14 der agenda
Toelichting, behorende bij het voorstel van bur
gemeester en wethouders op aanvragen ex artikel
72 van de lager onderwijswet 1920
Ad 1Het thans aanwezige meubilair in het vijfde leerjaar der school is van ver
ouderd model en versleten, terwijl er geen nieuwe onderdelen verkrijgbaar zijn
voor eventueel herstel. Het meubilair voldoet niet aan de normale eisen5 vervan
ging is dan ook strikt noodzakelijk,
Ac, 2. Het bou besluit 1924,van toepassing op de onderverpelijke school,schrijft
voor, dat de speelplaats van de aangrenzende terreinen en openbare wegen wordt
.afgesloten door eenvoudige en doelmatige afscheidingen. De aanvrage voor het
aanbrengen van een afrastering overschrijdt dus geen normale eisen.
Zij, die de school per rijwiel bezoeken - zowel leerkrachten als leerlingen -
1.0 et en hun fiets aan weer en wind blootstellen, omdat er geen rijwielberging aan
wezig is; ook dit onderdeel der aanvrage overschrijdt derhalve niet de normale
eisen aan het geven van lager onderwijs te stellen.
Ad 5. Bij de wet van 4 augustus 1958 is het verkeersonderwijs verplichtend gesteld
per 1 januari 1959 voor de onder de lager onderwijswet 1920 vallende scholen.
Omdat voor de onderwerpelijke school nog geen verkeersleermiaf eleh beschikbaar
zijn gesteld, worden door inwilliging van de aanvrage de normale eisen aan het
geven van lager onderwijs te stellen niet overschreden.
Ad 4. De bestaande houten vloeren van de school (gebouwd in 1922) zijn uitgesleten
en als gevolg daarvan zeer ongelijk. Door de smalle vloerdelen zitten de vloeren
vol naden, waardoor stofvrij houden der lokalen onmogelijk is, hetgeen de hygiëne
in de klaslokalen niet verhoogt. Daarnaast vertonen de vloeren versplintering en
veroorzaken storing in de andere klaslokalen.