Desondanks is, mede door het lage basisbedrag van de belastinguitkering,
het totaal van de uitkeringen uit het gemeentefonds in vergelijking tot andere
gemeenten naar onze mening nog te laag.
In dit licht bezien, daarbij gevoegd het ontbreken van definitieve gege
vens over de nieuwe regeling, hebben wij na rijp beraad besloten het in voor
gaande jaren gevoerd.e beleid voorlopig voort te zetten in de thans voorliggende
begroting. Uiteraard zal na de vaststelling van de nieuwe regeling voor de fi
nanciële verhouding opnieuw aan de hand van de dan te berekenen uitkomsten de
financiële situatie moeten worden bezien en het verder te voeren beleid met
inachtneming van de eventuele nieuwe mogelijkheden werden uitgestippeld.
Wij willen deze algemene inleiding besluiten met een tweetal mededelingen
over financiële zaken, waarover bij de opstelling van de nota van aanbieding
nog geen nadere mededelingen konden worden gedaan nl. de definitieve beslis
sing op het verzoek cm subjectieve verhoging voor 1958 en de resultaten van
het dienstjaar 1958.
Zoals hiervoor reeds werd medegedeeld is het basisbedrag der algemene
uitkering voor 1958 thans definitief vastgesteld op 41,50 (na aftrek van
de korting ingevolge de kleuteronderwijswet)Dit betekent een verhoging van
het basisbedrag met 1,84 per inwoner.
Bij de goedkeuring van de begroting 1958 deelden gedeputeerde staten
mede dat de vermoedelijke verhoging van het basisbedrag voor 1958 zou bedra
gen 1,61. Wij zijn er in geslaagd een, weliswaar betrekkelijk gering, beter
resultaat te verkrijgen.
De voorbereidende werkzaamheden voor de samenstelling van de gemeentere
kening 1958 zijn thans zover gevorderd, dat, nog onder enig voorbehoud, de re
sultaten van het dienstjaar 1958 kunnen worden berekend.
De gemeenterekening 1958 vertoont een nad.elig kassaldo van 1 .972.092,02.
In dit saldo is nog geen rekening gehouden met de te verhalen en te betalen
posten.
Krachtens artikel 45a van de rekeningsvoorschriften moet het saldo van
de dienst, met inbegrip van de te verhalen en te betalen posten, naar de
kapitaaldienst worden overgebracht.
Saldo ex artikel 45a van de rekeningsvoorschriften
Nadelig kassaldo 1.972.092,02
Als te betalen opgenomen bedragen 555.269,92
2.527.361,94
Als te verhalen opgenomen bedragen - 1.618.125,48
Gezuiverd, nadelig saldo ex artikel 43a van
de rekeningsvoorschriften 909.256,46
Ter dekking van dit nadelig saldo moet beschikt worden over een deel van
de saldi-reservewelke na de dienst 1957 nog een bedrag beloopt van
3.373.940,42. Na de dienst 1958 resteert derhalve op de saldireserve nog
een bedrag van 2.464.703,96.
Het hiervoor berekende saldo wordt beïnvloed door betalingen en ontvang
sten over vroegere dienstjaren, welke worden verantwoord op hoofdstuk I van de
gewone dienst. Ter berekening van het netto-resultaat van de dienst 1958 moeten
de resultaten van hoofdstuk I worden geëlimineerd.
Ter berekening van het netto-resultaat van de dienst 1958 kan de navolgen
de opstelling worden gemaakt.