Ka de "beoordeling van de door de gemeente Hilversum verzamelde gegevens "blijkt echter, dat, door verschil in inzicht en interpretatie van de vragen, de enquête geen goede basis is, voor het trekken van verantwoorde conclusies. Wij hebben deze gegevens dan ook niet aan U ter kennisneming doorgezonden. Wij zijn bereid de mogelijkheid te onderzoeken om bij een aantal gemeenten aan de hand van strak geformuleerde vragen zoveel mogelijk objectieve ge gevens te verzamelen over de hoogte van de niet rendabele investeringen in 1958 de gegevens over 1959 kunnen bezwaarlijk verstrekt worden nu het dienst jaar nog niet verstreken is. Indien op deze wijze te verkrijgen gegevens voldoende betrouwbaar zijn, zullen wij U hiervan te zijner tijd in kennis stellen. Ka de toezegging gedaan tijdens de behandeling van de begroting 1959 hebben wij in informeel beraad in het seniorenconvent mededelingen gedaan over de te verwachten investeringen op langere termijn. In de huidige onzekere situatie met betrekking tot de toekomstige finan ciële mogelij.theden achten wij het niet gewenst in openbaar beraad een meer jarig investeringsplan over te leggen. In de begroting zijn de navolgende potentiële lasten opgenomen a. lasten van de op 1-1-1959 goedgekeurde doch nog niet uitgevoerde werken ad 16.732.139,- 1.048.583,- b. de lasten van de in het investeringsplan 1959 opgenomen on rendabele investeringen, zijnde - 7i" vaa 11.392.300,- 850.000,- c. de lasten van de in het investeringsplan 1960 opgenomen on rendabele investeringen, zijnde - 7t van 12.000.000,- 350.000.-- Totaal 2.748.583,- De overige in de begroting 1960 geraamde kapitaalsl&sten zijn reëel.- Aangetekend zij dat van de hierboven genoemde potentiële lasten zeker een ged.eelte in de loop van de jaren 1959 en 1960 reëel zal worden. De werkelijke uitgaven voor onrendabele investeringen bewegen zich rond 10.000.000,- 12.000.000,- per jaar. Een gespecificeerd overzicht van de tot en met 31 december 1958 goedge keurde kredieten, welke nog niet c.q. nog niet geheel zijn uitgevoerd is voor wat betreft de bedrijven opgenomen in de bij de bedrijfsbegrotingen 1960 be horende staten van rente en afschrijving (kolom restant-kredieten 1-1-'59) en voor de algemene dienst in bijlage I ;olom vermeerdering 1959) van de be groting 1960 van de leningsdienst Een totaal-overzicht van de hiervoor bedoelde kredieten, met vermelding van de hieruit voortvloeiende lasten, is voor U ter visie gelegd. Opgemerkt wordt, dat in dit overzicht niet zijn opgenomen de restant kredieten van het woningbedrijf en het grondbedrijf, aangezien deze niet voor de berekening van rente en afschrijving in aanmerking zijn genomen, dit op grond van het bijzondere karakter van deze bedrijven. Tevens is ter visie gelegd een overzicht van de op 1 januari 1959 nog niet goedgekeurde kredieten, met vermelding van. de daarop drukkende lasten. IT iet alleen op grond van de te verwachten ontwikkeling van "het nieuwe westen" maar ook gezien de huidige centrale positie van Breda ten opzichte van West-Brabant is het noodzakelijk maatregelen te treffen tot uitbreiding van werkgelegenheid in deze gemeente en tijdig te zorgen voor een goed cultureel en sociaal klimaat. Het feit, dat in de onmiddellijke nabijheid een ontwikkelingskem is gelegen werkt mogelijk voor het ogenblik remmend op de vestiging en uitbreiding- van industrieën in Breda. Dat wij ter zake diligent zijn moge worden gestaafd met de mededeling, dat hierover nog zeer onlangs contact is gezocht met en voorstellen zijn ge daan aan de minister van economische zaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 721