ELEKTRICITEITSBEDRI J? Algemeen Wij vermogen niet in te zien, dat de begroting 1960 van het elektriciteitsbe drijf een sterk gedeflatteerd beeld geeft van de werkelijke situatie,Voor zover dit oordeel van meerdere leden is gebaseerd op een aantal overige opmerkingen ten aanzien van de diverse ramingen mogen wij naar de desbetreffende antwoorden verwijzen, In het algemeen zouden wij wel van deze begroting; willen zeggen, dat de ramingen aan de voorzichtige kant zijn; wij achten dit noodzakelijk met het oog op diverse on zekere factoren en gelet op het beeld van de totale begroting 1960, Bij de gemeente lichtbedrijven is inmiddels een aanvang gemaakt met een onderzoek naar de rentabiliteit van het gas- het elektriciteits- en het waterbedrijf in de ko mende jaren, Het aan dit onderzoek verbonden werk blijkt omvangrijk en tijdrovend te zijn. Daar de personeelsbezetting bij de lichtbedrijven niet van dien aard is dat een geschikte man volledig vrijgemaakt kan worden voor dit onderzoek, kunnen wij omtrent het tijdstip waarop de studie beëindigd zal zijn geen concrete toezegging doen,Wel licht kunnen, indien een definitief rapport te veel tijd vergt, over enige tijd tus sentijdse of voorlopige gegevens aan IJ overgelegd worden. Vergelijkende gegevens over de tarieven van de genoemde gemeenten zullen zo spoe dig mogelijk worden overgelegd.. Inzake de grootverbruikerstarieven is de gemeente contractueel gebonden aan de tarieven welke geld.en voor alle grootverbruikers in de provincie Noord-Brabant, In deze tarieven is bovendien ven-reven een clausule voor de kolenprijs. De verbruikers well.ce niet in aanmerking komen voor een dergelijk tarief zullen naar wij verwachten hun verbruik niet laten bepalen door een tariefsverlaging, vooral niet omd.at deze tariefsverlaging beslist nooit een drastische verlaging zou Icunnen zijn. Tariefsverlaging is, zoals reeds elders in ons antwoord is gesteld., niet moge lijk op grond van de te verwachten bedrijfsuitkomsten en de financiële situatie der gemeente. Het aantal niet op het elektriciteitsnet aangesloten panden wegens ontbreken van kabel bedraagt 11, waarvan 1 in de Bagvensestraat en 10 in de Huifakkerstraat. Wij ver wachten dat in oktober a.s. met deze aansluiting een aanvang kan worden gemaakt. De uitvoering is vertraagd door drukke werkzaamheden in verband met de woningbouw. Overigens zijn er een onbekend aantal percelen, voornamelijk in poorten niet aan gesloten omdat de eigenaren dit niet nodig oordelen c.q. er geen geld aan willen be steden. Als dus de eerstgenoemde percelen aansluitbaar zijn geworden kan gesteld worden, dat eenieder in deze gemeente in de gelegenheid is stroom te betrekken onder de ge bruikelijke voorwaarden van aansluiting. Uit doelmatigheidsoverwegingen achten wij het op dit ogenblik niet gewenst om pensionkosten, verhuiskosten e.d, via een verzamelrekening ten laste van de bedrij ven te brengen, In liet gedeelte van het Heuvelkwartier dat van stroom voorzien wordt vanuit het transformatorstation no.880 staande aan de Ulierstraat, heeft op 31 juli 1953 en 1 augustus 1959 tussen 21 en 21.30 uur stroomonderbreking plaats gehad,De stroomonder- brekingen waren een gevolg van een defect aan een maximaal-stroom-tijdrelais.Door ver moeiing van het materiaal van een der veertjes in het relais, functioneerde het relais in plaats van bij sluiting of overbelasting vroegtijdig, waardoor bij een normale be lasting van de transformator de 10 kV. vermogensschakelaar werd uitgeschakeld, net het bekende gevolg. Nadat vastgesteld kon worden wat de oorzaak was, is in het defect voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 723