GEMEENTE BREDA Volgno» 10 der agenda Bijlagen 1959 AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. no, 51 28 januari 1959 OS/ 1408 Voorstel van burgemeester en wethouders tot: 1. intrekking van het raadsbesluit d.d, 11 april 1956 inzake de gemeentelijke b.l.o,-marge; 2. vaststelling van een "verordening regelende de toekenning van gemeentelijke toelagen ten be hoeve van het onderwijzend personeel der bij zondere scholen voor b.l.o. in de gemeente Breda" In zijn vergadering van 11 april 1956 heeft Uw Pclcl d besloten, aan het personeel van alle - niet onder de taakstelling van de Instelling ter behartiging van de belan gen van zwakzinnigen in Breda en omgeving vallende - in de gemeente gevestigde bij zondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs met ingang van 1 januari 1955 een gemeentelijke b.l.o.-marge toe te kennen van 200,- per jaar. Ingevolge de bepalin gen van hoofdstuk V van het bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1948, zoals die tot 1 januari 1957 luidden, waren de gemeente- en schoolbesturen bevoegd het bedrag van de rijks-b1o-marge buiten bezwaar van 's rijks kas te verhogen. Inmiddels is bij koninklijk besluit van 15 juli 1957 (stbl. 248) een verhoging van de rijks-b.l.o.-marge doorgevoerd en wel met ingang van 1 januari 1957? daaroij is de bevoegdheid van de gemeente- en schoolbesturen tot toekenning van een gemeente- lijke-of bestuurs-b,l.o.-marge vervallen, evenwel met dien verstande, dat die oevoegd- heid blijft bestaan ten aanzien van leerkrachten, die op de dag, voorafgaande aan die van het in werking treden van genoemd koninklijk besluit (i.e. 20 juli 1957) verbonden waren aan scholen voor buitengewoon lager onderwijs en buiten oezwaar van 's rijks kas een hoger maandsalaris genoten dan krachtens de bepalingen van het B.B.R.A.zoals die op 51 december 1956 golden. Deze leerkrachten kunnen in het genot blijven van een gemeentelijke- of bestuurs-b.l.o.-marge, zolang zij aan hun school blijven ver bonden, don wel als zodanig in dienst blijven van dezelfde gemeente- of hetzelfde schoolbestuur Indien van deze bevoegdheid geen gebruik zou worden gemaakt, zou dit voor het aan de b.l.o.-scholen verbonden personeel na 1 januari 1957 een teruggang in salaris zijn gaan betekenen. Volgens de oorspronkelijk geldende regeling ontvingen de leerkrachten bij het b.l.o. in deze gemeente: een rijksmarge van 12 x 59,36 56,- 6 a/'cis 712,32 per jaar en een gemeentelijke toelage van 200,- 912,32 per jaar. Ingevolge de regeling neergelegd in voornoemd koninklijk besluit ontvangen de b.l.o.-leerkrachten met ingang van 1 januari 1957 een rijksmarge van 858,60 per jaar. Indien de gemeentelijke b.l.o.-marge derhalve zou xrorden afgeschaft zouden de leerkrachten per jaar 912,32 - 858,60 is 53/72 minder ontvangen, hetgeen wij niet billijk achten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 73