-41- Gebruik van het openbaar badhuis in de laatste drie voorgaande jaren: Jaar aantal genomen kuipbaden aantal genomen stortbaden 1956 1957 1958 13.686 12.636 11.961 90.461 83.874 80.267 Het achterste gedeelte van het badhuis (de badcellen) evenals het gehele badhuis verkeert naar onze mening in goede staat. Bij de eerste wijziging van de begroting 1959 is de raming van de kosten van het openbaar badhuis in verband met de verhoging van de tarieven verlaagd met 3.060.- tot 35.650.-. De in de begroting I960 opgenomen ramingen van 1959 zijn de ramingen hh de le wijziging van de begroting. Volgno. 186 De aan de N.V, ïloord West Brabant waterleidingmaatschappij in verband met de tarievenegalisatie verschuldigde vergoeding bedraagt over 1958 93.723,39. Op deze vergoeding is een voorschot verleend van 50,000.- welk bedrag is verantwoord in de gemeenterekening 1958. De afrekening is eerst geschied na de afsluiting van het dienstjaar 1958 (30 juni 1959), zodat het bedrag ad 43.723,39 is verantwoord op hoofdstuk I gewone dienst (vroegere dienstjaren) van de gemeente-rekening 1959. In verband hiermede, wordt in de kolom "werkelijke uitgaven volgens de laatst vastgestelde rekening" slechts het in de rekening 1958 verantwoorde be drag ad 50.000.- opgenomen. Volgno. 196 b De problematiek van de schooltandverzorging ter plaatse heeft doorlopend van de zijde van ons college de attentie gehad, welke het op zich en in het kader der moderne schoolhygiëne in ruime zin vereist. Mede door de mutaties in ons college zijn wij nog niet tot een definitief standpunt gekomen. Het zal ons daarom niet mogelijk zijn, gevolg te geven aan onze toezegging van vorig jaar de raad voor 15 oktober 1959 een nader voorstel te doen. De kwestie is momenteel nog bij ons college in studie. Van de urgentie dezer aangelegenheid is ons college overtuigd. Inmiddels is nog geen tandarts in vaste dienst benoemd. Tot heden zijn in 1959 geen nieuwe lagere scholen in gebruik genomen, zodat de vraag omtrent de betrekking van nieuwe lagere scholen in de werkzaam heden van de stichting niet kan worden beantwoord. In verband met de situatie waarin de stichting tandheelkundige verzorging schoolgaande jeugd momenteel verkeert zijn door haar geen bijzondere pogingen gedaan de scholen voor voortgezet onderwijs en het nijverheidsonderwijs in de controle te betrekken; wel heeft een tweede b.l.o. school zich onder toezicht van de stichting gesteld. De ervaringen opgedaan bij de eerste b.l.o. school zijn in het algemeen gunstig te noemen. De situatie rondom de uitzending van zwakke kinderen heeft zich vooral het laatste jaar aanmerkelijk gewijzigd. Deze wijzigingen zijn niet alleen van financiële aard, ook de aa.rd van de noodzaak tot uitzending is veranderd. Wij gaan na in hoeverre de gemeentelijke subsidieregeling hierbij aanpassing behoeft. Uiteraard zijn wij bereid belanghebbende partijen in het overleg te betrekken indien hiertoe de noodzakelijkheid of de wenselijkheid aanwezig is. Wij stellen ons voor Uw raad over onze bevindingen zo spoedig mogelijk nader te informeren. Volgno.196 c.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 755