Inkomsten VoLvno. 491 De laatste trein uit de richting Rotterdam komt aan te 23.20 uur. De laatste bussen van de stadsautobusdienst van de lijnen 4 en 5 vertrekken even daarna, terwijl die van de lijnen 12 en 3 vertrekken resp. om 23.22 uur en 23.25 uur. De chauffeurs van de stadsbussen hebben opdracht om bij geringe ver traging van de trein te wachten totdat de trein binnen is. Uit de richting Tilburg komt de laatste trein aan te 23.34 uur, zodat deze geen aansluiting op de stadsdienst heeft. Uit de praktijk is gebleken, dat er zo weinig reizigers, die met deze laatste trein aankomen, van de stads dienst gebruik maken, dat het ons niet verantwoord voorkomt de B.B.k. te ver zoeken hiervoor een extra bus te laten rijden. De B.B.A. heeft in het verleden bij wijze van proef het eindpunt van lijn 3 van de stadsdienst van de Ginnekenmarkt verplaatst naar de Ulvenhoutselaan tegenover het St.Laurensziekenhuis. Daarbij bleek dat het niet meer mogelijk was om nog op tijd te rijden, zodat men de proef heeft moeten staken. HOOFDSTUK XIII-fr 1Inkomsten en uitgaven niet vallende onder vorigehoofdstukken. Uitgaven Volgno. 760 Uit de vraag over doel en vorm van de stelpost voor salarismaatregelen op hoofdstuk XIII-§ 1 van de gewone dienst menen wij te moeten afleiden, dat de uiteenzetting in de nota van aanbieding over de methode welke is gevolgd bij de berekening van de salaris-ramingen onvoldoende duidelijk is geweest. De gang van zaken is als volgt. De gegevens voor de samenstelling van de begroting 1960 moeten reeds in de maand januari 1959 worden verzameld. Voor de loon- en salarisposten moet een raming berekend worden naar de toestand op 1 januari 1960. Het meest re cente gegeven is de personeelsbezetting per 1 januari 1959* welke als basis genomen wordt voor de berekening van de jaarweddenramingen. De aldus berekende raming ondergaat wijziging door: 1bevorderingen en periodieke verhogingen en uitbreiding van personeel in de loop van 1959 en 1960; 2. algemene loon- en salarismaatregelen welke worden getroffen na het opmaken van de ontwerpbegrotingen. De onder 1genoemde wijzigingen kunnen aan de hand van de ervaringscijfers van voorgaande jaren globaal geraamd worden. Bij de opstelling van de ontwerp begrotingen wordt voor deze wijzigingen in de raming aangenomen 5 c/° van de bere kende personeelskosten naar de bezetting cp 1 januari 1959. De met 5 verhoogde raming naar de toestand op 1 januari 1959 wordt opge nomen op alle jaarweddenposten zowel bij de bedrijven en diensten als bij de algemene dienst. Teneinde te voorkomen, dat bij tussentijdse getroffen algemene loon- en salarisverbeteringen praktisch alle begrotingen moeten worden gewijzigd doch om anderzijds de budgetaire consequenties van deze maatregelen tot uitdrukking te kunnen brengen wordt in één algemene stelpost op de algemene dienst een raming opgevoerd. De aanpassing van de bedrijfsbegrotingen en de volgnummers van de gemeente begroting aan de gewijzigde situatie geschiede op het einde van het dienstjaar, waarvoor dekking wordt gevonden in de geraamde stelpost. De gevolgde methode van ramen voldoet ir. de praktijk goed. Burgemeester en wethouders van Breda, De secretaris, De burgemeester, Van ïoensel C. Kortmann

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 784