In het antwoord op een recente vraag van een lid staat o.a. te lezen: "Een en ander geeft ons aanleiding tot de overweging een vijfjarenplan voor "verbetering van de straatverlichting op te stellen" Dit lijkt veel op een teruggang nl. van de voorbereiding tot de overweging van een plan. Gaarne zal worden vernomen of er nu inderdaad een plan is en eventueel hoe dit plan eru.it ziet. Kunnen momenteel gegevens verstrekt worden over de exploitatie van gasverlich ting in verhouding tot verlichting met elektriciteit? Welke plannen bestaan er om tot algehele opheffing van de gasverlichting over te gaan? Kan in min of meer "historische" straten de gasverlichting in verbeterde vorm gehandhaafd blijven? Voor vrat de verlichting in Breda, betreft zouden op zeer korte termijn de no dige voorzieningen getroffen moeten worden: o.a. Blauwe Kei, 1e en 2e Sport park. Vooral in het 2e Sportpark laat de verlichting veel te wensen over. Hoe staat het met de onderhandeling die burgemeester en wethouders zouden voe ren met de rijkswaterstaat ten aanzien van de verlichting bij de oversteek plaats van de Willem van Oranjelaan naar het Heuvelkwartier? Baten Yolgno. 1 Gaarne zal worden vernomen vrat de redenen zijn tengevolge waarvan de omzet thans 2.835.000 Kwu lager geraamd wordt dan voor de begroting 1959. Uit deze lagere omzet resulteert in combinatie met de prijsverlaging voor straatver lichting en grootverbruikers een minderopbrengst van ca. 452.000,-. De stroomverkoop is lager geraamd 451.957,-, terwijl toch uitbreiding van het aantal aansluitingen en verbruik is te vervrachten; alleen al door woningbouw Wat is hiervan de oorzaak? Werd voor 1959 te hoog geraamd? Gaarne zal worden vernomen waarop de verlaging van het tarief voor straatver lichting met ruim 1.3 ct. per Kwu is gebaseerd. Welke prijs betaalt het rijk voor het stroomgebruik en hoeveel bedraagt het aantal geraamde Kwu van deze gebruiker? In het antwoord op het centraal rapport voor het dienstjaar 1959 is toegezegd het tarief voor gemeentelijke instellingen nader te bezien in verband met de vraag of het juist is dat deze instellingen een aanmerkelijk voordeliger ta rief hebben. Hebben burgemeester en wethouders zich inmiddels al een oordeel gevormd over deze materie? Welk raadsbesluit wordt bedoeld onder "restituties" in de toelichting op deze post? Yolgno. 3 Is deze hogere opbrengstraming in verband met de uitbreiding van het aantal woningen niet in strijd met de lagere ramingen onder volgno. 1 zowel voor vastrechttarief als voor licht en hoogtarief? Yolgno. 5 Waarin bestaan deze werkzaamheden voor derden en waarom zijn deze 75.000,- minder geraamd dan vorig jaar? Is bedoeld gemiddelde van de jaren 1957 en 1958 dan zoveel lager dan het geraamde bedrag in 1959? Hoe kwam men dan vorig jaar tot de raming van dit hogere bedrag? Dit in verband met de te ramen som in 1960. Yolgno. 11 De leden welke bij de begroting van 1959 opmerkten, dat ondanks verdubbeling van de geraamde opbrengst toen van 5.000,- op 10.000,- desondanks de raming aan de lage leant was, zijn ook nu van mening dat ondanks een verdere verhoging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 793