Volgnr. 40 der agenda.
-3-
D. Voor een her-benoeming asm de gemeentelijke school voor scheepswerktuig-
kundigen wordt voor het cursusjaar 195S/1960ingaande 1 augustus 1S59 en
eindigende 31 juli 1960, voorgedragen:
Rubbens mr. A.voor 2 lessen per week wetskennis aan scheeps-
werktuigkundi gen
De heer Rubbens is eerst op 1 mei van dit jaar in tijdelijke dienst benoemd.
Teneinde te kunnen beoordelen of iemand voor een benoeming in vaste dienst
geschikt is, wordt een proefperiode van één cursusjaar over het algemeen
gewenst geacht.
E. Voor een benoeming in vaste dienst ingaande 1 augustus 1959 aan laatst
bedoelde school worden voorgedragen:
Perk J.v.d., voor de lessen haakwerken.
Zundert H.vnn, voor de lessen meetkunde
Eerstgenoemde is de opvolger van de heer C.Roelandse, die ontslag heeft
genomen. De heer Van Zundert wordt voorgesteld, wegens het overnemen van
lessen van de heer A.Barendregt.
Beiden zijn volledig bevoegd en reeds in vaste dienst aan de gemeentelijke
technische dag- en avondschool werkzaam. Bij het voorgeschreven genees
kundig onderzoek zijn zij geschikt bevonden.
De benoemingen en herbenoemingen moeten alle geschieden onder voorbehoud, dat
de voordrachten door de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen worden
goedgekeurd en op voorwaarde, dat aan de benoemden een getal lessen kan wor
den opgedragen, als in verband met de belangen van het onderwijs zal blijken
noodzakelijk te zijn.
Overigens wordt aan alle voor benoeming en herbenoeming te stellen eisen vol
daan.
Het advies van de minister, waarin dat voor de commissie voor het nijverheids
onderwijs is vervat, de minuten van de ingezonden voordrachten en de uitsla
gen van het geneeskundig onderzoek liggen ter visie in de raadzaal.
Burgemeester en wethouders van Breda,
J.A. Meijs loco-burgemeester
Van Woensel secretaris
Noot: Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden
de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeen
teraad uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door bur
gemeester en wethouders, nadat de directeur, wiens advies wordt overge
legd, is gehoord. De voordracht behoeft de goedkeuring van de minister
van onderwijs, kunsten en wetenschappen.
Voorts is in artikel 8, lid 1 van de verordening, regelende de samen
stelling en de werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke
nijverheidsscholen (gemeenteblad no.39l)f bepaald, dat de commissie voor
het nijverheidsonderwijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht
en advies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in ver
band staat.