volgno. 14 der agenda Het no, overleg met ons college vastgestelde verbouwingsplan is in het laatste stadium von uitvoering. Vandaar ook dat wij in ons antwoord op het centraal rapport bij de begroting 1960 aan U hebben medegedeeld, dat wij verwachtten dat de gebouwen aan de Pasbaan uiterlijk medio november in gebruik genomen zouden worden. Zoals boven gezegd is de verbouwing van de panden aan de Pasbaan praktisch gereed. De werkplaats zou derhalve zeer binnenkort kunnen worden overgeplaatst. Het bestuur van de stichting "Zonneschijn" heeft zich echter opnieuw tot ons college gewend, omda.t zij thans de noodzaak ziet toch nog op zeer korte ter mijn tot nieuwbouw te komen. De noodzaak tot nieuwbouw wordt gegrond op de volgende argumenten: a. de ontwikkeling van de werkplaats - vooral het laatste jaar - heeft aange toond dat het niet mogelijk zal zijn alle geplaatsten in de gebouwen van de Pasbaan onder te brengen. Met name de afdeling emballage vraagt bijzonder veel ruimte. Bij overbrenging naar de Pasbaan zou derhalve een dependance gehandhaafd dienen te worden, hetgeen zowel economisch als sociaal-pedago gisch niet gewenst is. Uit de gegevens van de gemeentelijke dienst voor sociale zaken, het Gewes telijk Arbeidsbureau Breda, en het revalidatiebureau Breda, blijkt, dat voor Breda minstens met een plaatsingsmogelijkheid van 175 personen rekening dient te worden gehouden. Hierbij is nog buiten beschouwing gelaten dat ook in deze, Breda, een streek- functie zal moeten vervullen. b. Een sociale werkplaats in eigenlijke sin kent Breda niet. De stichting "Zonneschijn" beperkt zich tot de opname van minder-validen, zoals ook in de statuten staat omschreven. Zcwel het bestuur als ons colle go zijn van oordeel dat ook voor de z.g. moeilijk plaatsbaren aangepaste werkgelegenheid gevonden moet worden. De stichting "Zonneschijn" is bereid gebleken de statuten in die zin te wijzigen, dat ook do zorg voor deze cate gorie onder de doelstelling valt. Onder a. is reeds gesteld, dat de ruimtelijke accommodatie van de minder-va liden reeds onvoldoende is; temeer is dit dus het geval, wanneer ook voor de moeilijk plaatsbaren nog aangepaste werkgelegenheid gevonden moet worden. De industrie Ef.V. te Breda zal vermoedelijk bereid zijn medewerking te ver lenen bij de bouw van een dubbele industriehal Voorlopig wil het bestuur van de stichting zich beperken tot de realisatie van één dubbele industriehal, omdat het bestuur van oerdeel is dat eerst de minder-validen behoorlijk gehuisvest moeten worden. Het bestuur meent namelijk dat én het bestuur én de leiding voor te grote problemen worden gestold, in dien beiden tegelijkertijd de aandacht zouden vragen. Het bestuur van de stich ting "Zonneschijn" ploegt thans met de industrie N.V. nog overleg over de vorm van de medewerking. Het bestuur heeft ons gevraagd te bevorderen dat Uw raad zie thans reeds uitspreekt over de garantie voor de jaarlijkse verplichtingen die het gevolg zullen zijn van een nieuwbouw, voorlopig beperkt tot een werkplaats voor minder-validen en plaatsbiedend aan tenminste 175 personen. De ontwikkeling zoals boven geschetst, is voor ons aanleiding geweest, ons hierover nader te beraden. De werkplaats ontvangt - zoa.ls boven vermeld - subsidie uit de sociale werkvoor zieningsregeling. Indion deze subsidies niet toereikend zijn, is Uw raad volgens een vroeger genomen besluit garant voor het eventueel blijvend exploitatie tekort, hetgeen in de begroting wordt uitgedrukt door de post p.m. op hoofdstuk IX onder volgnummer 676c.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 938