GEMEENTE BREDA
volgno. 19 der agenda
Bijlagen 1959
nr. 557
5 november 1959
OS/14760
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van de gemeentelijke exploitatie
vergoeding van de bijzondere lagere scholen
(artikel 101, l.o.-wet 1920) over het jaar
1958.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ingevolge het bepaalde in artikel 105, lid 2, van de lager-onderwijswet 1920
dient Uw college vóór 1 december van elk jaar vast te stellen:
a. het bedrag van de gemeentelijke exploitatie-vergoeding, waarop de besturen
van de bijzondere lagere scholen over het afgelopen jaar aanspraak hebben
en
b. het bedrag van de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven van die
scholen over dat jaar.
Het bedrag sub a.is het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 55 bis, juncto
artikel 101, lid 5 en 5, van de lager-onderwijswet 1920, vermenigvuldigd met
het gemiddeld aantal leerlingen, berekend naar de maatstaf van artikel 28 van
genoemde wet over 1958.
Een voorschot op deze gemeentelijke vergoeding, berekend naar het gemiddeld
aantal leerlingen over 1957, en het door U vastgestelde bedrag per leerling
ex artikel 55 bis, juncto artikel 101, lid 5 en 5, over 1958 is reeds aan de
betrokken schoolbesturen uitgekeerd. Een verrekening zal derhalve moeten plaats
hebben.
De te veel genoten vergoedingen moeten de schoolbesturen in de gemeentekas
terug-storten, terwijl de te weinig genoten vergoedingen alsnog zullen wor
den uitgekeerd.
Het bedrag sub b. betreft de door de schoolbesturen in 1958 werkelijk gedane
uitgaven, voorzover deze voor vergoeding in aanmerking komen. De door de
schoolbesturen ter staving van deze uitgaven ingezonden bescheiden zijn na
gezien. Nagegaan is of de verantwoorde uitgaven geacht kunnen worden te be
horen tot de kosten der scholen. Omtrent de terzake gerezen geschillen is
met de betrokken schoolbesturen overleg gepleegd en overeenstemming verkre
gen.
Op de bij het concept-besluit behorende staat zijn de hierboven bedoelde
bedragen voor elke school nader gespecificeerd aangegeven.