GEMEENTE BREDA Volgno. 29 der agenda Bijlagen 1959 no. 73 30 januari 1959 F/1588 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi ging van de verordening op de heffing en invordering ener belasting op toneelvoorstellingen en andere vermakelijkheden in de gemeente Breda. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. De door Uw college op 15 februari 1956 vastgestelde nieuwe verordening op de heffing van een vermakelijkheidsbelasting, alsmede de wijzigingen hierin aange bracht bij Uw besluiten van 14 maart 1956 en 9 mei 1956, verkregen tot op heden de nodige hogere goedkeuring niet. De nieuwe verordening van 15 februari 1956 hield in hoofdzaak in: 1. verlaging van het belastingpercentage voor entree's bij toneel-, opera-, ballet uitvoeringen, concerten e.d. van 20 tot 10 2. idem bij bals en danspartijen van 50 tot 25 c/°', 3. verlaging van oppervlaktebelasting voor het geven van dansgelegenheid zonder entrée 4. vervallen van de belasting op de contributies van verenigingen, die het geven van vermakelijkheden ten doel of mede ten doel hebben; 5. technische herzieningen, die in de loop der jaren nodig waren gebleken. De wijzigingsverordening van 14 maart 1956 bepaalde in hoofdzaak, dat 6. het belastingpercentage voor bioscoopvoorstellingen van 35 tot 25 werd ver laagd. De wijziging van 9 mei 1956 betrof 7. het invoeren van een gunstiger tarief voor mechanische muziekinstrumenten en televisietoestellen. In een langdurige en uitvoerige schriftelijke behandeling werd onzerzijds steeds weer de invoering van de vastgestelde tariefsverlagingen bepleit. Dit heeft tot gevolg gehad, ons informaties nu laatstelijk bekend werd - men, ondanks de zorgelijèe/toestand der gemeente, bij nadere overweging wel grotendeels zou berusten in de voorgestelde verlagingen, doch onoverkomelijk bezwaar blijft houden tegen een niet verantwoord geachte derving van inkomsten tot een bedrag van - 17.000,-. Dit bedrag is de globale resultante van de financiële consequenties uit de bepalingen der nieuwe verordeningen voortvloeiend, voor zover daarin niet kan worden bewilligd. Het komt ons thans voor, dat, door de gewraakte minderopbrengst ad 17.000,- te elimineren, de nodige goedkeuring verkregen kan worden. Aldus zou in de gegeven omstandigheden de gunstigste oplossing worden bereikt. Immers, het indienen van een nieuw ontwerp zou de behandeling naar het beginpunt terugbrengen, waardoor de thans moeizaam verkregen gedeeltelijke instemming voor eerst geen effect zou sorteren, terwijl uiteindelijk naar onze mening toch geen betere resultaten kunnen worden verwachtBovendien zouden de in de nieuwe verorde ning aangebrachte technische verbeteringen voor onbepaalde tijd buiten toepassing moeten blijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 98