GEMEENTE BREDA volgno. 8a der agenda
Bijlagen 1960
no.531
9 november 1960
V/15949
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van het onteigeningsplan "Hoge
Vucht I".
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Met ingang v.n 17 september 1960 heeft gedurende drie weken ter gemeente
secretarie voor eenieder ter inzage gelegen een uitgewerkt plan tot ontei
gening ven percelen gelegen in de Hoge Vucht met de daarbijbehorende stukken.
Deze nederlegqing is op de gebruikelijke wijze aan de ingezetenen bekend ge-
maait en aangekondigd in de Nederlandse staatscourant en in de plaatselijke
dagbladen "De Stem" en "De Bredase Courant".
Dit onteigeningsplan "Hoge Vucht I" is nodig om de beschikking te krijgen
ever de onroerende goederen in verband met een bouwplan van circa 280 woningen
met enige daarbij noodzakelijke voorzieningen (o.a. school, kerk en riolering)
strekkende tot leniging van de woningnood, Hen uitvoerige toelichting op dit
plan is voor TJ ter visie gelegd. Naar het zich laat aanzien zal niet met alle
eigenaren van deze eigendommen overeenstemming over de aankoop kunnen worden
verkregen.
Voor de uitvoering van dergelijke bouwplannen biedt artikel 10 e.v. van de
wederopbouwwet oen kortere procedure dan die volgens do onteigeningswet. Daar
een spoedige realisering van dit bouwplan uitermate urgent is, gezien de be
hoefte aan woningen met lage en lagere huren, achten wij deze vorm van ont
eigening voor dit geval de aangeweze: methode.
9
Het betrokken bouwplan stemt overeen met het uitbreidingsplan "Hoge Vucht I",
vastgesteld door Uw raad bij besluit van 12 oktober jl..
Door belanghebbenden zijn geen bezwaren tegen dit onteigeningsplan ingediend.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor:
I. vast te stellen het plan tot onteigening "Hoge Vucht I" in verband met een
tou.'.jpl ij l ij trekkende tot leniging van de woningnood ten name van de gemeen
te Breda van eigendommen gelegen in het uitbreidingsplan "Hoge Vucht I",
welke zijn aangegeven op de voor U ter visie gelogde kaart no. 15915 en zijn-
vermeld op de daarbijbehorende lijst;
II. ons te ma.chtigen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, lid 2, der
wederopbouwwet aan de arrondissementsrechtbank te verzoeken een of meer des-