bij volgno. 24 der agenda -2- bestaande voor 1 januari 1959 - i.e. de onderhavige school geeft het"besluit stichtingskosten b.l.o," een aparte regeling, wellte neerkomt op financiering van de stichtingskosten door de school besturen zelf en een vergoeding door de gemeente, gebaseerd op een bepaalde huurwaarde. Artikel 5 der l.o.-vet 1920 laat voor de gemeentebesturen de moge lijkheid open om aan scholen voor b.l.o. geldelijke bijdragen te verlenen, anders aan in de gevallen en onder de voorwaarden in de wet genoemd. Met toepassing van dit artikel komt het ons zowel als het schoolbe stuur om bovenvermelde redenen gewenst voor, dat de artikelen 72 e.v. van de lager-onderwijswet 1920 op de onderhavige school worden toegepast. Aanvrage schoolbestuur Door het schoolbestuur zijn ter voldoening a,an het bepaalde in artikel 73 van de lager-onderwijswet 1920, juncto artikel 2 van het "besluit stichtingskosten b.l.o." in de aanvrage de navolgende verklaringen- opgenomen: a. een verklaring waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door tenminste 35 leerlingen (dit is het aantal leerlingen, dat het "besluit stichtingskosten b.l.o." voor de oprichting van een school voor zwakzinnige kinderen eist). Deze verklaring is niet gestaafd met ouderverklaringen. Uit het feit, dat de school momen teel door 417 leerlingen wordt bezocht blijkt o.i» echter wel zeer duidelijk, dat deze school voldoende levensvatbaarheid bezit; b. een verklaring -waarbij het schoolbestuur zich verbindt om, voordat met de bow wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag, gelijk staande met 15/-" van de stichtingskosten,in de gemeentekas te storten c. een opgave van het aantal leerlingen voor wie het gebouw ruimte moet bieden (361het maximum aantal leerlingen dat per lokaal zal worden toegelaten (lo) en het aantal lokalen (20) alsmede een mededeling, dat de schooi is bestemd voor het geven van buitenge woon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen; d. een verklaring waaruit blijkt, dat het schoolbestuur is aangesloten bij een groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep, als bedoeld in artikel 89? 7e lid van de lager-onderwijswet 1920 hebben ingesteld (de commissie van beroep voor de groep r.k. scholen in het bisdom Breda) Ingevolge artikel 2 van het "besluit stichtingskosten b.l.o." dient bij de aanvrage tevens te worden overgelegd een verklaring, waaruit blijkt, dat de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen de rijksbijdrage zal verlenen, bedoeld in artikel 3 van het besluit buitengewoon lager onderwijs 1945. Waar deze rijksbijdrage al sinds jaren wordt verleend, komt ons overlegging van bedoelde verklaring overbodig voor. Overdracht schoolgebouw Nadat de waarde van het schoolgebouw is getaxeerd en door het school bestuur een waarborgsom - afgestemd op de getaxeerde waarde - in de gemeentekas is gestort zal Uw raad het voorstel worden gedaan, het schoolgebouw Verbeetenstraat 40 ingevolge artikel 80, 2e lid der lager- onderwijswet 1920 aan het schoolbestuur in eigendom over te dragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 1060