GEMEENTE BREDA volgno. 2J dar agenda AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bijlagen 1960 no. 601 7 december 1960 IZ/18427 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAAG ANTWOORD De heer v.Bi.jnen deelt mede dat enige we- Door de ophoging en aanleg - inclusief aanslui ten geleden de kelders ven de panden aan ting op het centrale rioleringsstelsel - van de Roland Holststraat onder water zijn ge- riolering in Boeimeer is aan de voordien her lopen. Spreker vraagt burgemeester en wet- haaldelijk optredende wateroverlast aldaar een houders te onderzoeken of de aannemer einde gekomen. aansprakelijk gesteld kan worden, en wat De capaciteit van de rioolbuizen is voldoende er aan gedaan kan worden om dit te voor- om al het op de wegen en woningen neervallende komen. hemelwater op te vangen, dat wordt afgevoerd naar de Mark, zo nodig via ovorstorten die in werking treden wanneer het waterpeil in de rio lering een bepaalde hoogte bereikt. De overstor- ten blijven in werking zolang de rivierstand niet meer dan 1 ,10m NAP bedraagt. Stijging van het rivierwater tot een zodanige stand dat het in de riolen stroomt en het water in de rioolputten op nagenoeg dezelfde hoogte komt als het Markwater, vermindert de opnamecapaciteit van de riolen niet en brengt in de afvoer van bedoeld hemelwater geen ver traging. Indien de bergingscapaciteit van de huisriolering te klein is, kan bij hevige stort buien de afvoer van het regenwater in de huisriolering tijdelijk worden bemoeilijkt. De hoogte van. de waterspiegel van de Mark heeft echter wel invloed op de grondwaterstand en de afvoer van het grondwater dat langs natuurlijke weg moet wegvloeien. De snelheid waarmede het hemelwater in do grond kan wegzakken is voorts afhankelijk van de doorlaat baarheid van de grond. De bovenkant van de gewapend betorikeerwandon van de woningen aan de Roland Holststraat varieert van 1.70 - 1.82m boven NAP en ligt ongeveer 50 a 60 cm onder de aangrenzende ga zons. De hoogte werd destijds vastgesteld rekening houdende met de hoogst bekende grond waterstanden, Door de hevige en aanhoudende regenbuien welke op zaterdag 8 oktober jl. begonnen, is de grondwaterstand tengevolge van de stijging van het Markwater zo abnormaal hoog gekomen, dat het regenwater niet zoals normaal - door de omliggende gazons kon worden opgenomen en zijn weg zocht tussen de aansluiting van de bovenkant van de betonkeerwand en het opgaand metselwerk in de onderbouw. Door dezelfde oorzaak is ook water binnengekomen in de souterrains en bergingen van tot het gemeentelijk complex van 168 woningen behorende panden aan de Bilderdijkstraat, Veldeke straat en Zaart (laatstbedoelde waren op 12 oktober 1960 nog droog). Op 4 november jl, is geconstateerd dat in 41 bergingen geen water stond en dat in de overige de hoeveelheid wa ter varieerde van -j tot ongeveer 3 cm.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 1158