GEMEENTE BREDA volgno. 6 der agenda
Bijlagen 1960
no604
8 december 1960
V/17955
Preadvies van burgemeester en wethouders op
een verzoek van J.v.d.Kieboom om toekenning
van een tegemoetkoming ingevolge de schadever
goedingsverordening gemeente Breda.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In de raadzaal is ter visie gelegd een verzoek van J.v.d.Kieboom, wonende
Leursebaan 30 te Breda, om toekenning van een tegemoetkoming ingevolge de
schadevergoedingsverordening gemeente Breda.
Adressant is eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Breda sectie
E, no. 3119,groot 1.67.20 ha, gelegen in het uitbreidingsplan Princenhage-Eoord
aan de Leursebaan.
In dit uitbreidingsplan is het perceel bestemd voor woningbouw, gemeenschappelijke
tuinen en speelweide.
Adressant gaat er in zijn verzoekschrift van uit, dat een gedeelte groot 5250
m2 (te weten 210 m langs de Leursebaan tot een diepte van 25 m) bouwterrein was
vóór dat het uitbreidingsplan Princenhage-Noord werd vastgesteld.
Dit uitgangspunt van adressant is niet juist, omdat er ingevolge de bouweror
dening der gemeente Breda aan de Leursebaan niet mocht en mag worden gebouwd.
Artikel 11 der bouwerordening bepaalt, dat een weg, waaraan enig gebouw zal
worden opgericht moet zijn ofwel een bestaande weg, welke aan de gemeente of
het Rijk in eigendom toebehoort of bij haar in beheer is, welke behoorlijk aan
sluit aan het plaatselijk net van verharde en gerioleerde wegen en voorzien is
van: 1een kunstverharding;
2. een goed functionerende riolering;
3. behoorlijke verlichting en
4. watervoorziening;
ofwel een nieuwe weg, welke aan de gemeente toebehoort of bij haar in beheer
is, waarvan de aanleg, de aansluiting aan het plaatselijk wegennet, de verhar
ding, riolering, watervoorziening en andere kunstwerken voldoende zijn verzekerd.
De Leursebaan is een bestaande weg, welke evenwel niet van een goed functio
nerende riolering is voorzien. Aan deze weg mag dus geen gebouw worden opgericht.