GEMEENTE BREDA Volgno. 20 der agenda Bijlagen 1960 no.618 7 december 1960 OS/16898 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de 5-jaarlijkse afrekening van de vergoedingen der bijzondere lagere scholen over het tijdvak 1953 tot en met 1957. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. I Ingevolge het bepaalde in artikel 103, 3e lid der lager onderwijswet 1920 dient Uw college, als het bedrag der vergoedingen en het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven van de bijzondere lagere scholen over elk jaar van het vijf-jarig tijdvak 1953 tot en met 1957 onherroepe lijk zijn vastgesteld, het totaal van deze vergoedingen en uitgaven over dit vijf-jarig tijdvak vast te stellen. Nu de gemeenterekening 1957 door gedeputeerde staten is vastgesteld bij hun besluit van 18 mei 1960, G nr, 114183, kan tot bovenbedoelde vaststelling worden overgegaan. Indien het totale bedrag der vergoedingen het totaal bedrag der voor ver goeding in aanmerking komende uitgaven overtreft dient het bedrag van het verschil door het betrokken schoolbestuur in de gemeentekas te worden teruggestort, (art.103, 4e lid). Aangezien voor het openbaar lager onderwijs over de periode 1953/1957 zich niet het geval heeft voorgedaan als bedoeld in artikel 55 ter, 2e lid, onder 3 der wet (overschrijding van de beschikbaar gestelde bedragen), vindt artikel 103, 5e lid der wet geen toepassing, zodat in het geval het totaal-bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven het totaal bedrag der vergoedingen overschrijdt, het verschil ten laste van het betrokken schoolbestuur blijft. In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U bijgaand ontwerp besluit ter vaststelling te doen toekomen*). Burgemeester en wethouders van Breda, R.Geuljans burgemeester Van Vlo ens el secretaris Ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 1195