GEMEENTE BREDA volgno* 46 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1960
no. 652
8 december 1960
P/21 663
Voorstel van burgemeester en wethouders in verband
met een voorgenomen wijziging in betaling van be
zoldiging per 1 januari 1961.
De bezoldiging van het personeel, op wie de bezoldigingsregeling ambtenaren
op weeksalaris 1960 ran toepassing is, wordt per week betaald, terwijl het
overig personeel zijn bezoldiging per maand ontvangt.
Is dit onderscheid in salarisbetaling historisch te verklaren, in de huidige
maatschappelijke verhoudingen zijn er weinig of geen redenen meer voor aan
te voeren. Het is dan ook begrijpelijk, dat steeds meer overheidsinstellingen
er toe overgaan het gehele personeel per maand uit te betalen. Hiertoe is temeer
aanleiding, nu de uitbetaling per week beduidend hogere kosten met zich brengt,
met name wegens het meerdere wer1- van de loonadministratie en -betaling en het
verlies van produktieve tijd bij het wekelijks in ontvangst nemen van de be
zoldiging.
Artikel 17 van het algemeen ambtenarenreglement gaat reeds in principe uit
van een. betaling per maand, zij het dat voor bepaalde groepen deze per week kan
geschieden. bij stellen het cp prijs vanaf 1 januari a.s, voor het gehele per
soneel (behoudens voor enige kleinere groepen, zoals het personeel dat slechts
kortstondig bij de gemeente werkzaam is) na,ar betaling per maand over te gaan,
Voor hen, die tot nu toe gewend zijn aan betaling en - althans voor een belang
rijk gedeelte - aan besteding van de bezoldiging per week, zijn aan deze over
gang uiteraard wel moeilijkheden verbonden, waartoe enige overgangsmaatregelen
worden overwogen.
Door aanvankelijk de uitbetalingsdatum van het maandsalaris voor deze groep
vroeger dan gebruikelijk te stellen en deze datum geleidelijk naar het eind
van de maand te verschuiven, worden die moeilijkheden reeds voor een belangrijk
deel beperkt.
Daarnaast achten wij het nog ten zeerste gewenst dit personeel een week extra
bezoldiging als overbruggingstoelage toe te kennen, zoals ook elders gebruikelijk
is.
Het geven van deze cverbruggirgstoelage, waarvoor in aanmerking zullen komen al
diegenen, die op 31 december 1960 in dienst zijn en wier bezoldiging nadien niet