GEMEENTE BREDA volgno. 47 der agenda
Bijlagen 1960
no653
7 december 1960
P/21455
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
vaststellen van de ambtenarenspaarregeling 1961.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ingevolge de machtiging, welke Uw raad ons college gaf in Uw vergadering
van 16 december 1958 (zie ons voorstel van 9 december 1958 P/17923, bij
lagen 1958 no. 595) hebben wij een (voorlopige) ambtenarenspaarregeling
vastgesteld in onze vergadering van 4 december 1959. Deze regeling is opge
nomen in de losbladige uitgave van het gemeenteblad, band II, rubriek II -
8, no. 1364.
In Uw vergadering van 16 december 1959 (zie ons voorstel van 9 december 1959,
P/22379, bijlagen 1959 no. 647) werd Uw machtiging verlengd voor het jaar
1960.
Inmiddels is overleg gepleegd met het hoger gezag over onze (voorlopige)
regeling.
Dit overleg heeft er toe geleid, dat wij Uw raad thans kunnen voorstellen
een meer definitieve ambtenarenspaarregeling vast te stellen, waarover de
commissie van overleg is gehoord.
In het algemeen is er nauwelijks enige mogelijkheid om in gemeentelijke
kring af te wijken van de door de regering terzake gegeven richtlijnen,
zoals deze nader zijn geconcretiseerd in de premiespaarregeling rijks
ambtenaren (koninklijk besluit van 20 februari 1960, Stbl. 1960/48
Met name is het ons niet mogelijk gebleken bewilliging te verkrijgen voor
enige verruiming van de lijst van bestedingsobjecten, bedoeld in artikel
5 van de ontwerp-regeling (vermeld in artikel 7 van de premiespaarregeling
rijksambtenaren)
In deze situatie menen wij dan ook onze tevredenheid er over te kunnen uit
spreken, dat wel werd ingestemd met de handhaving en opname in de nieuwe
regeling van de reeds jaren in deze gemeente bestaande zg. bedr.ijfsspaar
regeling. Deze voorziening was in het bijzonder gericht op het consumptieve
sparen ter wille van de niet periodieke grotere gezinsuitgaven. Een derge
lijk sparen bevordert tevens ten zeerste het sparen voor een langere termijn.
Bij deze voorziening werd een toeslag gegeven op de spaarbankrente over het
geen in het kader van de bedrijfsspaarregeling werd gespaard.
k