GEMEENTE BREDA volgno. 4 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1960
no670
23 december 1960
V/19869
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
stichten van een complex van 144 woningen in het
uitbreidingsplan "Hoge Vucht I",met steun uit
1s-rijks kas ingevolge de woningwet.
In Uwe vergadering van 12 augustus 1959 werd overeenkomstig ons voorstel,
bijlagen 1959, nr.353» besloten tot de bouw van een complex van. 532 pron-
towoningen in het uitbreidingsplan "Doornbos", in het kader van het conti-
nubouwcontract met Van Vliet en Van Duist's Bouwbedrijf N.V. te Rotterdam.
Met het toen reeds zijn voltooiing naderende bouwplan 718 woningen in "Bra
bantpark D" zou aan genoemd bedrijf dan voor het in het bouwcontract in uit
zicht gestelde aantal woningen van 1250 opdracht zijn gegeven.
Het liet zich destijds al aanzien, dat het resterende bouwcontingent voor
1959 sn het te verwachten contingent 1960 niet toereikend zouden zijn om
alle 532 woningen in Doornbos daarmede te realiseren. Er zou dan voorts to
taal geen speling blijven om nog andere woningwetwoningen dan die volgens
het prontocontract te bouwen.
Het met Van Vliet en Van Duist o.a. over deze aangelegenheid gevoerde over
leg, waarvan wij Uw raad verslag hebben gedaan bij nota van 9 december 1959»
bijlagen 1951, nr.591 heeft ertoe geleid, dat deze vennootschap zich bereid
verklaarde 144 eengezinswoningen in het zuidelijk deel van het plar Doorn
bos, die een zelfstandig geheel vormen, voor eigen rekening als premiebouw
uit te voeren.
Dit aantal zou derhalve in de woningwetsector vrij komen, doch als conditie
werd gesteld dat in een volgend stadium de gemeente nog opdracht zou geven
voor de bouw van een ongeveer gelijk aantal woningwetwoningen.
Deze 144 woningen zijn thans in de premiesector in aanbouw.
Van het aanvankelijke plan van 532 woningwetwoningen zijn er 63 gebracht ten
laste van het bouwcontingent 1959 en 325 ten laste van het contingent 1960.
Tot nu toe is het betreffende bouwplan dus tot 388 woningen beperkt gebleven.
Teneinde het contract inzake de prontowoningen volledig tot gelding te doen
komen en de continuïteit in de bouw der prontowoningen met alle gevolgen
ven dien niet in gevaar te brengen, zouden wij thans willen overgaen tot het
bouwen van de resterende 144 woningen, waarvoor wij gekozen hebben het klei-