volgno. 10 der agenda staat echter, dat de gemeente op even onbekrompen wijze aan diverse ver langens van het rijk is tegemoetgekomen. Ten aanzien van de afzonderlijke bezwaren in het bezwaarschrift vermeld moge het volgende dienen: 2.1, 2.2, 2.4, 2.5, 2.7. be gemeente zal bereid moeten zijn de financiële consequenties van de noodzakelijke verplaatsin gen en verbouwingen op zich te nemen. 2.3. Koewei de Vierwindenstraat een gedeelte gaat vormen van de hoofdver keerswegen in het stedebouwkundige plan der gemeente, moet zij niet worden gezien als een snelverkeersweg. Het karakter van stadsweg is evident, zodat alle belemmeringen, welke eigen zijn aan een zodanige weg zoals snelheids beperking, in- en uitritten e.d. verwacht mogen worden. De ruime capaciteit van de weg in aanmerking nemend, achten wij het alleszins verantwoord, dat naast andere verkeer opleverende objecten ook de kazerne op deze weg zal uitwegen. 2,5. Wij erkennen, dat de officiers-mess aan rust en vrijheid zal inboeten, doch dit nadeel staat geenszins in verhouding tot de algemene belangen, welke aan de realisatie van de wegverbreding verbonden zijn. 2.8. Wij zijn het niet eens met de stelling, dat de rooilijn, welke over een korte afstand aan de Nassausingel is geprojecteerd een verder gaande besnoeiing van het militaire terrein zou inluiden. Immers het terreinge deelte, dat vóór de rooilijn ligt blijft zijn oorspronkelijke bestemming behouden, slechts indien gebouwd wordt zal in of achter de rooilijn moeten worden gebouwd. 2.9» Het voor de wegverbreding benodigde terreinoppervlak bestaat grotendeels uit sloot. Heliswaar zal de ingangspartij en het wachtgebouwtje moeten worden verplaatst, doch dit vergt zo weinig ruimte in verhouding tot de nagenoeg geheel representatieve ruimte, welke voor het hoofdgebouw resteert, dat het nuttig gebruik er nauwelijks enige invloed van zal ondervinden. 2.10.Het deel van het voorterrein van het op in erfpacht uitgegeven militaire rijksgrond gebouwde sportfondsenbad, dat benodigd zal zijn voor de realisering van de wegverbreding, bestaat geheel uit sloot. Dit deel verliest derhalve zijn tegenwoordige bestemming. Het eigenlijke voorplein kan zijn tegenwoordige bestemming blijven behouden, met dien verstande, dat uitbreiding van de bebouwing tot aan de rooilijn nog mogelijk is. Op grond van het vorenstaande achten wij het bezwaarschrift dan ook onge grond. Wij stellen U voor: 1. in tc trekken met ingang van het tijdstip, waarop Uw besluit tot vast stelling van de bebouwings-verordening Poolseweg - Vierwindenstraat rechts kracht zal hebben verkregen, Uw besluit d.d. 16 maart 1955, goedgekeurd door gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij besluit d.d. 18 mei 1955 G no, 12817 Rij tot vaststelling van de bebouwings-verordening Ginnekenstraat - Oude Vest, voor zover betreft het gedeelte hetwelk in rode kleur op de ter visie gelegde tekening no. 15547 is aangegeven; 2. het bezwaarschrift van reclamant ongegrond te verklaren; 3. vast te stellen de bebouwings-verordening Poolseweg - Vierwindenstraat overeenkomstig de ter visie gelegde tekening no. 15878 met de daarbij be- horende bebouwings-voorschriften 4. ons te machtigen reclamant in kennis te stellen van hetgeen U ten aan zien van zijn bezwaarschrift heeft overwogen en beslist. De afdeling voor openbare werken gaat met dit voorstel akkoord. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 191