volgno. 11 der agenda -3- is eerst enige jaren na het rechtsgeldig worden van deze bebouvingsvoorschriften gewijzigd overeenkomstig deze voorschriften, waardoor deindruk kon worden gewekt dat aan deze verandering geen beslissing van de raad ten grondslag lag. Bij besluit van de raad van 16 maart 1955 zijn deze bebouwingsvoorschriften, dcch uitsluitend voor wat betreft do rooilijn nabij de Doelsteeg, gewijzigd, omclat de behoefte bleek aan handhaving van deze steeg als verbinding met de nabij gelegen reeds bestaande winkelstraten en uit hoofde van bekend geworden particuliere bouw plannen. Hieru.it blijkt en wij achten het gewenst daarep - wellicht ten overvloede nog eens de aandacht te vestigen, dat stedebouwkundige maatregelen zich voortdurend moeten aanpassen aan gewijzigde onst ndigheden, omdat anders het doel dat met deze ordening beoogd wordt - het scheppen van leef- en woongelegenheden ten nutte van een harmonische samenleving - niet kan worden bereikt. Aan een dergelijke maat regel, welke de op een bepaald moment levende inzichten welke bij voortduring aan verandering onderhevig zijn, tot uitdrukking brengt kunnen dan ook geen blijvende rechten worden ontleend. Op 11 juli 1954- hebben burgemeester en wethouders met vrijstelling van artikel 29 der bouwerordening on do a.chtergevelrooilijn te mogen overschrijden, inge volge artikel 6 der woningwet aan de II.V.Louis Vernijs vergunning verleend voor de bouw van een drukkerij met kantoor en twee afzonderlijke bovenwoningen aan de Markendaalseweg en wel op een terrein behorende tot het gebied van het herbouw plan sub 3 vermeld. Eenzelfde vrijstelling was op 4 juni 1954 verleend aan C.van de Genugten teneinde hen in staat te stellen een magazijn net bovenwoning aan de Mr.Dr,Froderiksstra„at te bouwen. Zoals reeds opgemerkt, is de inrichting en de taillering van dit thans als wederopbouwplan geldend herbouwplan vaag en onvolle dig. Een als zodanig aangegeven achtergevelrooilijn ontbreekt. De bij het plan behorende richtlijnen - zo ook genoemd - bepalen, dat op de on derhavige grond slechts mogen worden gesticht gebouwen bestemd voor de publieke dienst of voor café-restaurant, hotel, verenigingsgebouw, bankgebouw en soortge lijke inrichtingen met de daarbij behorende bedrijfsruimten en voorts dat deze gebouwen mede woningen mogen bevatten. Uit de door deze richtlijnen voor de ge noemde gebouwen - bestemd voor werkzaamheden van niet hinderlijke aa.rd - voor geschreven goothoogte, blijkt de - gelet op het punt, volledig begrijpelijke - bedoeling om op de hoek Markendaalseweg - Kr.Dr.Frederiksstraat een straatwand vaan allure te vormen. Hierop wijst tevens, dat het bouwen van uitsluitend woningen niet is toegestaan. Ook uit bovengedane opsomming kan worden afgeleid, dat bedoeld is aldaar slechts gebouwen welke in een stadscentrum aanwezig behoren te zijn èn een zekere massa bezitten tot stand te laten konen. Het woord "soortgelijke" in deze opsomming slaat o.i. dan ook niet alleen op de functie van het gebouw, maar node op de afmetingen van hot bouwwerk, zodat, gelet op de bestemming en de daaraan ten grondslag liggende bedoeling, een druk kerij van een formaat als Vernijs' bedrijfspand aldaar kon worden toegelaten. De goothoogte van het gestichte pand bedraagt 10,80n. Dit is 1«2Qm minder dan de voorgeschreven minimale goothoogte. Waarom hiervan is afgeweken hebben wij niet kunnen achterhalen. Waarschijnlijk werd een iets lagere bebouwing geacht zelfs beter aan te sluiten aan de naastliggende Julianaschool. De vrijstelling is verleend met inachtneming van do grenzen te dezer zake in de bouwerordening omschreven, waarbij wij opmerken,da't,nu - zoals vermeld - op de kaart van het herbouwplan geen achtergevelrooilijn is aangegeven, als zodanig geldt de achtergevelrooilijn ingevolge de bouwverordening, welke in dit geval geacht wordt te liggen op 13.75m achter de voorgevelrooilijn ter plaatse. Weigering der vrijstelling zou niet in het belang der gemeente zijn geweest, omdat in dat geval dit bedrijf naar Oosterhout - waar reeds een dool was ge vestigd - zou zijn overgebracht en deze werkgelegenheid voor Breda verloren zou zijn gegaan. Behoudens de goothoogte zijn wij dan ook van mening dat de bouwvergunning terecht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 194