GEMEENTE BREDA
volgno.20 der agenda
Bijlagen 1960
nr.130
9 maart 1960
OS/4421
Voorsbel van burgemeester en wethouders in
zake jeugd tandverzorg-ing.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Zoals wij U in ons voorstel d.d. 3 oktober 1953, bijlagen 1958 nr,448
hebben uiteengezet, verkeert de schooltandverzorging in deze gemeente in
de situatie, dat de "stichting tandheelkundige verzorging van schoolgaande
jeugd" sinds 1 957 niet meer wordt bestuurd door drie leden aangewezen door
de vereniging "het Wit-Gele Kruis, rooms katholieke vereniging voor volks
gezondheid en ziekenverpleging te Breda" en twee leden aangewezen door
"het Groene Kruis voor Breda en omstreken" doch door de drie door het
Wit-Gele Kruis aangewezen bestuursleden.
Boor Uw raad werd in zijn vergadering van 1 5 oktober 1 958 besloten goed
te vinden, dat het resterende deel van het bestuur der stichting zich met
de gang van zaken zou blijven belasten, mits ons college zich binnen één
jaar tot Uw raad zou wenden met een voorstel inzake een vorm, waarin de
schooltandverzorging in de toekomst voortgang zou kunnen vinden; in ons
antwoord op het centraal rapport van het afdelingsonderzoek van de ge
meente-begroting voor het dienstjaar I960 werd Uw raad medegedeeld, dat het
ons - mede door mutaties in ons college - niet mogelijk was gevolg te geven
aan onze toezegging vóór 15 oktober 1959 terzake een voorstel aan U te doen.
liet huidigs bestuur van de stichting heeft zich bij schrijven d.d. 26-11-1959
bereid verklaard zijn werkzaamheden onder de huidige omstandigheden te
blijven verrichten tot 1 april 1960; mocht evenwel niet tijdig een oplossing
voor het schooltandverzorgingsprobleem zijn gevonden of zou deze op
lossing een andere zijn dan welke de medewerking van de stichting behoeft
of verkrijgen kan, dan is het bestuur van de stichting, - onder in
stemming van het bestuur van het Wit-Gele Kruis te Breda - voornemens,
zijn functie per 31 maart 1960 neer te leggen.
In een nader schrijven d.d. 26 februari 1960 hebben de besturen van de
beide kruisverenigingen alsmede het bestuur van "stichting tandheelkundige
verzorging van schoolgaande jeugd" medegedeeld, dat tussen deze vereni
gingen voor wat betreft deze stichting overeenstemming is bereikt en dat
de stichting ook na 1 april 1960 haar werkzaamheden overeenkomstig haar
opzet zal kunnen voortzetten.
Mede uit gesprekken welke dezerzijds voor en na laatstgenoemde brief met
de besturen van de beide kruisverenigingen en de stichting hebben plaats-