GEMEENTE BREDA volgno. 31 der agenda
Bijlagen 1960
nr,151
9 maart 1960
F/3588
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
aangaan van kasgeldleningen met een maximum loop
tijd van een jaar in het tweede kwartaal 1960,
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij Uw besluit ven. 16 december 1959 werd ons opgedragen cm ter voorziening in
de behoefte aan kasmiddelen in het eerste kwartaal 1960 kasgeldlerdngen te slui
ten tot een bedrag van ten hoogste 9,000.000.-.
Bit besluit kon slechts een werkingsduur ven een kwartaal hebben omdat gedepu
teerde staten bij hun schrijven van 26 november 1957» G.no,93784 onder meer heb
ben gesteld dat indien het maximum aan kasgeld op te nemen bedrag uitgaat boven
de norm van het budget, de geldigheidsduur van Uw besluit dient te worden be
perkt tot een periode van 3 maanden. Deze norm bedraagt 25^ van het saldo der
uitgaven van de gewone dienst verminderd met de totale uitgaven van de hoofd
stukken XII en XIV van de gewone dienst en is voor 1960 te stellen op 6.679.835.
Op 1 april 1960 bedraagt het totaal aan opgenomen kasgeldleningen 7.000.000.-.
Deze leningen zullen in de loop van 1960 geheel of gedeeltelijk worden afgelost.
Doordat de laatste tijd geldleningen zijn aangetrokken, waardoor de consolidatie-
achterstand is opgeheven en andere geldleningen kunnen worden aangewend voor
financiering van uit te voeren kapitaalswerken, bestaat er vooralsnog in 1960
geen behoefte aan nieuw kasgeld.
Het is echter noodzakelijk voor het tweede kwartaal 1960 een besluit te nemen
tot het aangaan van kasgeldleningen tot 7.000.000.-, omdat de nog lopende kas
geldleningen dienen te zijn gedekt.
Wij stellen U daarom voor het ter visie gelegde concept-besluit vast te stel
len.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R.Geuljans
burgemeester
Van Woensel
secretaris