volgno,19 der agenda een of meer door de vereniging openbare leeszaal en bibliotheek Breda ter fi nanciering van dc verbouwing van het pand Catharinastraat 9, te sluiten geld leningen tot maximaal 300.000,- mits voldaan wordt aan de voor de gemeente geldende voorwaarden betreffende het rontegamma; b, door de gemeente te doen garanderen de betaling van rente en aflossing van een of meer door do stichting r.k. openbare leeszaal en bibliotheek Breda ter fi nanciering van de inrichting van 5 filialen te sluiten geldleningen tot een totaal van 125,000.- mits voldaan wordt aan de voor de gemeente geldende voor.:-.arden betreffende het rentegamma. Be annuïteiten uit doze leningen voortvloeiende komen overeenkomstig de onder 1 voorgestelde regeling voor T5c/° voor subsidie in aanmerking. 3. Boekenbezit. Het gevolg van de zeer moeilijke exploitatie van de leeszalen is geweest dat de post aanschaf boeken en tijdschriften als sluitpost is gaan fungeren. Het boeken bezit is noodzakelijk voor een goede bibliotheekservice en het valt dan ook bij zonder te betreuren dat hierin oen grote achterstand is ontstaan. Daarbij komt dat de ontwikkeling van de jeugdafdelingen de laatste jaren eveneens belangrijke bedragen voor boeken heeft gevraagd en nog vraagt. In de jaren 1954 t/rn 1956 werd door het rijk extra-subsidie verleend voor de aanvulling en vernieuwing van het boekenbezit, terwijl de gemeente een extra subsidie van 1,50 voor elk ingeschreven lid heeft toegekend. Deze gelden werden vanwege de moeilijke exploitatie niet steeds overeenkomstig de bestemming besteed. Ha overleg met de besturen van de leeszalen zijn wij tot de conclusie gekomen dat het boekenbezit alleen op redelijk niveau gehouden lean worden, indien jaarlijks een apart subsidie voor boeken ter beschikking wordt gesteld. Noodzakelijk is te bepalen dat dit extra-subsidie ook uitsluitend wordt bestemd voor genoemd dool. Uit landelijke gegevens blijkt dat 2QF/o van de gewone exploitatiekosten een rede lijk bedrag vormen, weshalve wij l~ in overwoging geven aan de beide openbare lees zalen en bibliotheken jaarlijks een extra-subsidie toe te kennen van 20fa van de normale werkelijke exploitatielasten, zoals nader wordt omschreven in de bij het voorstel gevoegde ontwerp-subsidieregeling. Hoewel de financiële consequenties van bovengenoemde voorstellen zwaar zijn, ach ten vrij een herziening van de subsidieregeling noodzakelijk. In deze mogen wij o.m. verwijzen naar het "rapport van do rijkscommissie inzake lectuurvoorziening", een KSKI-rapport over 'ld- Brabantse bevolking in vrije tijd en recreatie" en oen rapport over "het plattelands-bibliotheekwezen in Hoord-Brabant" van de commissie sociaa.l plan. Zoals wij in het begin van ens voorstel reeds hebben gezegd bestaat bij steeds grotere groepen van de bevolking behoefte aan goede en veelzijdige lectuur, welke behoeft- t^-vo-mt, naarmate het on'-u-vijs to< 2ie~nt cn meer vrije tijd beschikbaar kc| Ook de jeugd doet in toen .mende mate een beroep op de bibliotheken. Aan deze behoefte zijn vele openbare bibliotheken en leeszalen, en zo ook de Bredase instellingen, onvoldoende tegemoet kunnen komen. Uit ervaringsgegevens blijkt dat verbetering van outillage, bediening door deskundig personeel, kwan titeit en kwaliteit van dc boeken een sterk stijgende lijn toont, zowel wat betreft het aantal lezers als de kwaliteit van de lectuur. Niet verwacht kan worden dat het rijk bereid zal zijn op korte termijn de sub sidie-regeling belangrijk te herzien al zal de subsidienorm in verband met de jongste salarismaatregelen wel enige verhoging ondergaan. Het rijk stelt zich op het standpunt dat de gemeente de eerst aangewezene is om zorg te dragen voor goede lectuurvoorziening in een plaats. De bijdrage van de provincie zal zeker niet worden verhoogd, omdat de provincie zich tot taak heef t gesteld op de eerste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 317