GEMEENTE BREDA
volgno. 24- der agenda
Bijlagen 1960
nr. 208
7 april 1960
OS/5140
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verlenen van medewerking bij de bouw en
inrichting van een gemeenschapshuis in de
Heuvel.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
De gedachten die in ons college leven met betrekking tot de hulp, die van
gemeentewege geboden kan worden bij de bouw en exploitatie van ruimtebie-
dende gelegenheden, hebben wij neergelegd in onze voorstellen van 10 april
1957 (bijlagen no. 137a) en 11 juli 1958 (bijlagen no. 316). Uw raad bleek
zich bij de behandeling van deze principe-voorstellen met onze gedachten
te kunnen verenigen. Ter motivering van onderstaand voorstel menen wij
dan ook voor een belangrijk gedeelte te kunnen volstaan door naar onze
voorstellen en de daarop gevolgde behandeling in de raad te verwijzen.
Sindsdien werden door Uw raad een zestal besluiten genomen, die betrekking
hadden op verbetering van ruimtelijke accommodatie. Thans ligt een voorstel
voor dat betrekking heeft op nieuwbouw in een grote wijk welke praktisch
verstoken is van accommodatie en welke door zijn aard grote behoefte heeft
aan een gemeenschapshuis.
iiadat reeds enkele pogingen waren mislukt heeft het bestuur van de stichting
tot de bouw en exploitatie van een parochiehuis in de parochie van O.L.Vrouw
van Altijddurende Bijstand opnieuw een initiatief genomen en plannen doen
ontwerpen voor een gemeenschapshuis.
Daar wij van meet af aan vertrouwen hadden in it initiatief hebben wij een
garantie gegeven van 3.500,- voor de voorbereidingskosten, waartoe Uw raad
ons gemachtigd heeft bij Uw besluit van 18 juli 1958 (bijlagen no. 316).
Het bestuur van de stichting heeft een schetsplan ingediend, een kostenbegro-
ting en een prognose van de verwachte intensiteit van het gebruik van het
gebouw. Het bestuur vraagt om tot realisatie te komen:
a) garantie voor de bouw en inrichtingskosten;
b) een jaarlijks subsidie in de kapitaalslasten.
l>Ta ontvangst van bovengenoemde bescheiden hebben wij overleg gepleegd met
het bestuur over de vraag of het niet mogelijk zou zijn het gebouw niet
alleen dienstbaar te maken aan de parochie doch aan de wijk in zijn ge
heel. Hoewel het overgrote deel van de wijk katholiek is en verwacht kan
xrorden dat de groepering groot genoeg is voor een efficiënt gebruik van het
gebouw, is het bestuur bereid gebleken de parochiële gedachte los te laten