GEMEENTE BREDA volgno. 29 der agenda AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bijlagen 1960 nr.218 12 april 1960 AZ/6469 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van een subsidie aan. de stichting "Welvaartsbevordering Groot-West-Brabant" Door vertegenwoordigers van de gezamenlijke gemeentebesturen in West-Brabant zal zeer binnenkort een stichting "Welvaartsbevordering Groot-West-Brabant" in het leven worden geroepen. Deze stichting zal zich ten doel stellen, in nauw overleg met de betrokken bestuurlijke en kerkelijke overheden, vak- en standsorganisaties en andere provinciale en landelijke instellingen, waarvan de taakstelling geheel of ten dele soortgelijk is aan die van de stichting, te komen tot het opstellen, uitwerken en propageren van verantwoorde plannen op het stuk van de werkgelegenheidssituatie, de infrastructuur, de economische en industriële ontwikkeling en de sociaal-culturele en maatschappelijke pro blematiek. De initiatiefnemers hebben zich laten leiden door de navolgende overwegin gen: 1Een laag welvaartsniveau is van ouds kenmerkend geweest voor Westelijk Noord-Brabant. In hoofdzaak wordt dit veroorzaakt door een groot tekort aan werkgelegenheid, dat zich manifesteert in een omvangrijke pendel naar andere delen van Noord-Brabant en overig Nederland en in permanent optreden de vertrekoverschotten. Het beeld van de werkgelegenheid wordt verder overwegend bepaald door een grote structurele werkeloosheid welke zich ondanks bijzondere overheids maatregelen blijvend heeft gehandhaafd. In het kader van de industrialisatie van Noord-Brabant na 1945 is West-Bra bant sterk achtergebleven bij andere delen van de provincie. De uitbreiding van de werkgelegenheid in dit gebied is niet in staat geweest de normale groei van de beroepsbevolking op te vangen en heeft ook niet de afvloeiing van arbeidskrachten uit de landbouw kunnen verwerken. In de periode 1950 - 1957 werd de industriële werkgelegenheid met slechts 1100 arbeidsplaatsen uitgebreid. Hiertegenover stond een groei van de beroeps bevolking van 2500 personen en een teruggang van de agrarische werkgelegen heid van 6000 personen, welke ruim 32fo bedroeg van het in 1950 nog aanwe zige aantal arbeidsplaatsen. 2) Tussen deze slechte economische situatie en de gunstige ligging van West- Brabant te midden van de grote industriële agglomeraties van West Europa be staat een duidelijke discrepantie. Deze wordt veroorzaakt door het ontbreken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 339