volgno. 29 der agenda -2- van goede ontsluitingsmogelijkheden. In tal van opzichten zijn er tekorten in de weg- en waterverbindingen met de om liggende industriële centra, als gevolg waarvan de ontwikkeling van de industria lisatie wordt belemmerd. Voor de oplossing van het probleem van de verkeersgeografische ontsluiting is een spoedige beslissing ten aanzi n van de Schelde - Rijn-verbinding en van tal van an dere daarmee samenhangende verbindingen een wezenlijke voorwaarde. Daarnaast zcl de uitvoering van bestaande plannen tot verbetering van het wegen- en waterwogennet voor de infrastructuur van het gebied belangrijke gevolgen heb ben, 3) Het nrovincialc welvaartsplan, neergelegd in de Brochure Noord-Brabant in het Nieuwe Westen, kan op het stuk van do werkgelegenheidssituatie, een radicale op lossing voor West-Brabant betekenen. Do economische ontwikkeling van West-Bra bant zal geplaatst moeten worden in het kader van de ontwikkeling van de Rijn - Maas en Scheldo-dolta, Meer speciaal zal zij baar basis moeten vinden in de sprei dingsgedachte van onze nationale industrie. Bij de verwezenlijking hiervan lean West-Brabant een belangrijke rol vervullen. De huidige economische structuur in aanmerking genomen zal de ontwikkeling het sterkst moeten plants vinden langs de lijn: Bergen op Zoom - Roosendaal - Ontwik kelingsgebied Zuid West-Brabant (Etten, Rucphen, Oudenbosch) - Breda, en Ooster hout, Bijzondere aandacht moet eveneens worden besteed aan de sterke mogelijk' 0- den van Zevenbergen - Hooge en lage Zwaluwe en Oranjestad. 4) Verbetering van de infrastructuur en bevordering van de economische ontwikkeling van West-Brabant vragen een gelijkgerichte benadering vanuit het sociale beleid, In het algemeen moet worden gesteld dat de sociale planning naast de economische en ruimtelijke planning een wezenlijk onderdeel vormt van een regionaal ontwik kelingsbeleid. Met betrekking tot West-Brabant zal een dergelijke planning zich moeten richten op de sociale begel "ding in het kader van de optredende strue- tuurwijzigingen en de verbetering van de sociale uitrusting van. het gebied. 5) De leefbaarheid va.11 West-Brabant zal van een bewust hanteren van de schaalver groting afhankelijk zijn, d»w,z. van een bewust bevorderen van de ruimtelijke sociale en economische relaties tassen de verschillende plattelandskernen on derling en in betrekking tot de aangrenzende stedelijke centra. Hieruit volgt de noodzaak van een regionaal beleid. Dit zal zijn weg alleen kunnen vinden in een bcvengemeentelijk denken. De initiatiefnemers zijn van mening, dat een belangrijke bijdrage tot verwezenlij king van de doelstellingen van de stichting geleverd kan worden door een samenwer king van alle daarvoor in West-Brabant in aanmerking komende krachten. Zoals uit de ontwerp-statuten van de stichting blijkt, zal zij zich doen bijstaan door adviseurs en deskundigen op diverso terreinen, De bestudering van de verschillende binnen haar arbeidsgebied vallende onderw -rpen zal zij toevertrouwen aan afzonderlijk te formeren secties en werkgroepen. In dit verband wordt voorshands onder meer gedacht aan de instelling van secties voor technische vraagstukken, sociale planning, agrarische vraagstukken en publiciteit. Naar bevind van zaken zullen andere secties in het leven worden geroepen, terwijl verder binnen het verband van bestaande secties tot de instelling van kleinere werk groepen voor moor specifieke onderworpen kan xrorden overgegaan, Daarnaast zal do stichting ook regelmatig oen beroep doen op individuele deskundigen en adviesbureaus ter nadere bestudering en uitwerking van daa.rvoor in aanmerking komende projecten. De stichting i.o, heeft de vier groto gemeenten, welke deel uitmaken van het grond- geb: i waarop de doelstelling van de stichting betrekking heeft, te weten Bergen op Zoom, Breda, Oosterhout alsmede Roosendaal en Nispen, verzocht een jaarlijkse bijdra ge van 0.15 per inwoner, gerekend naam de toestand per 1 januari van het betreffen de dienstjaar, te willen toekennen, te storten in twee termijnen, nl, per 1 januari en per 1 juli. Voor Breda zal dit bij een inwonertal van 107,126 zielen neerkomen op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 340