5
EMEENTE BREDA
volgno. 37 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1960
nr. 308
16 juni 1960
V/10477
Nota van burgemeester en wethouders inzake
het beleid ten aanzien van de huurverho
ging der gemeentewoningen per 1 april
1960.
INLEIDING
Bij gelegenheid van de huurverhoging per 1 augustus 1957 hebben wij
Uw raad mede naar aanleiding van vragen en opmerkingen die uit Uw mid
den naar voren kwamen, in een tweetal nota's omstandig uiteengezet de
wijze en de omvang, waarin door ons aan de bedoelde huurverhoging
toepassing is gegeven ten aanzien van het gemeentelijke woningbezit.
Wij mogen terzake verwijzen naar de bijlagen 1957, nr. 352 en 1958,
nr. 9, welke alsnog voor U ter inzage zijn gelegd. De eerste nota
had in hoofdzaak betrekking op de in het belang der volkshuisvesting
gebouxfde complexen, overwegend woningwetwoningen, terwijl in de nadere
nota is teruggekomen op de huurverhogingen voor de groepen aangekochte -
en krotwoningen.
Nu onlangs weer een algemene huurverhoging is ingetreden, leek het ons
een goede gedachte om ter vermijding van veel vragen en langdurige en
mogelijk ten dele overbodige raadsdiscussies, over het door ons college
gevoerde beleid met betrekking tot de huurprijzen van het gemeentelijk
woningbezit in de ruimste zin bij voorbaat verantwoording te geven.
Wij menen zulks het best te kunnen aanvangen met een beknopte weer
gave van de voorschriften met betrekking tot de jongste verhoging,
voor zover zij althans voor het gemeentelijk woningbezit effect sor
teren.
WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Krachtens de wijziging der huurwet worden per 1 april 1960 met 2Qc/°
verhoogd de op 31 maart 1960 geldende huren van:
1. de vóór 5 mei 1945 gebouwde woningen, mits zij in Breda (3e klasse)
vóór de verhoging meer dan ƒ7,- per week huur deden;
2. de woningwetwoningen gebouwd onder vigeur van de beschikking bijdragen
woningwetbouw 1948;
3. de woningen, gebouwd met toepassing van de financieringsregeling woning
bouw 1948;
4. de woningwetwoningen gebouwd onder vigeur van de bijdrageregelingen
1950 én de woningen waarvoor rijkspremie is verleend overeenkomstig
de premieregeling 1950 of het premie- en bijdragebesluit woningbouw
(1953), beide categorieën echter indien zij op 1 augustus 1957 krach
tens ministeriële beschikking gebaseerd op het besluit bijzondere