GEMEENTE BREDA
bij volgno, 53 der agenda
Toelichting behorende bij het voorstel van
burgemeester en wethouders tot de aanvrage ex
artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 voor
de stichting van een nieuwe school (bijl. 1960,
no. 326
Op grond van artikel 73 van de lager-onderwijswet 1920 moeten bij de aanvrage
voor beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een nieuwe school
voor gewoon lager onderwijs in deze gemeente de navolgende stukken worden
overgelegd:
a. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door
tenminste 125 leerlingen behoudens het geval, dat de Kroon het minimaal
leerlingenaantal lager heeft gesteld;
b. een verklaring, waarbij het bestuur zich verbindt om een bedrag gelijk
staande met 15/ der stichtingskosten, in de gemeentekas te storten; heeft
de Kroon het leerlingenaantal lager gesteld dan 125, dan wordt de waar
borgsom bepaald op 307- der stichtingskosten, tenzij de Kroon heeft bepaald,
dat deze verhoging niet zal gelden;
c. een opgave van het aantal leerlingen, voor wie het schoolgebouw ruimte
moet bieden, het maximaal aantal leerlingen, dat per lokaal zal werden
toegelaten, het aantal lokalen dat het gebouw zal omvatten, zomede of de
school bestemd is voor g.l.o., v.g.l.o. of u.l.o.;
d. een verklaring-, waaruit blijkt, dat het schoolbestuur is aangesloten bij
een groep bijzondere scholen, welk een commissie van beroep hebben inge
steld.
Ad a.
Bij de beoordeling van de hierbedoelde verklaring moet volgens de jurispru
dentie rekening worden gehouden met het tijdstip, waarop de school redelijker
wijze gereed zal kunnen zijn. ,De leerlingen van de te stichten school zijn
thans ondergebracht in de g.l.o.-school Dr. Struyckenstraat 7; de huisvesting
van de nieuwe school blijft in hetzelfde schoolgebouw bestendigd. De school
is dus nu gereed en aangezien het bestuur per 1 september 1960 met het geven
van onderwijs zal aanvangen in de nieuw te stichten school, kan dus als de in de
eerste volzin vermelde datum 1 september 1960 worden aangehouden.
Bij Koninklijk Besluit van 23 april 1960, no. 19, is goedgevonden dat het
aantal leerlingen voor de onderwerpelijke school op 50 kan worden gesteld.
Er zijn ouderverklaringen overgelegd, dat de nieuwe school door 58 leerlingen
zal worden bezocht. Deze ouderverklaringen zijn gecontroleerd en geven geen
aanleiding tot het maken van opmerkingen; de opgegeven leerlingen, geboren