GEMEENTE BREDA
volgno.54 der agenda
Bijlagen 1960
nr.327
18 juni 1960
7/10339
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
opdragen van een tussen de gemeente en J.T.van
den Enden ontstaan geschil aan de beslissing
van de raad van arbitrage voor do bouwbedrijven.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Tussen do gemeente Breda en J.P. van den Enden, aannemer, wonende tc Breda, is
geschil ontstaan over de oplevering van het aan Van den Enden gegunde werk zijn
de hot verbouwen en herstellen van Iiuise Vrederust aan dc Overakkerstraat
over do betaling van de 8e en 9c termijn van de aannemingsscn en het saldo van
do rekening van meer- on ninderwerk.
Voor de bijzonderheden ontrent dit geschil mogen wij U verwijzen naar hot ter
visie gelegde verzoek van Van den Enden, gericht aan de voorzitter van de raad
van arbitrage voor dc bouwbedrijven in Nederland en naar de nenorie van antwoord
van de gemeente.
De mondelinge behandeling van het geschil door genoemde raad van arbitrage heeft
inmiddels plaats gehad op donderdag, 16 juni jl..
In verband hiermede hebben wij op 10 juni jl.zulks op grond van het bepaalde
in artikel 209 sub r der gemeentewet besloten, verweer te voeren tegen do door
Van don Enden ingestelde cis.
Daar dc raad van arbitrage nog geen uitspraak hooft gedaan, is het noodzakelijk
dat Uw college alsnog besluit on do beslissing van alle geschillen net Van don
Enden betreffende het werk "Vrederust" op te dragen ao.11 genoemde raad.
Zulk een besluit is aan de goedkeuring van gedeputeerde staten onderworpen.
Wij stellen voor aldus te besluiten overeenkomstig het tor visie gelegde con
cept.
De afdeling voor openbare werken lean zich net dit voorstel verenigen.
Burgenoestor en wethouders van Breda
J.A.Meijs
Van Woensel
loco-burgemeester
loco-secretaris