GEMEENTE BREDA volgno. 2g der agends Bijlagen 1960 nr. 328a 6 juli 1960 IZ/6997 Antwoord op vragen van de heren Kroon, Kieuwlaan, Rattink. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. VRAAG töe heer Kroon zegt, dat ook hij gaarne in lichtingen ontvangt over het verloop van za ken bij de aanvrage van de collecte vergunning voor de bouwvakarbeiders. Be aanvrager heeft telefonisch contact gehad niet burgemeester en wethouders of hun vertegenwoordiger. Daar bij is medegedeeld dat eerst inlichtingen moesten worden ingewonnen bij andere rote gemeenten. Spreker had liever gezien dat burgemeester en wethouders hier een eigen beleid hadden gevoerd. •De heer Sieuulaat zegt, dat tijdens de sta- If g van de bouwvakarbeiders een verzoek is gedaan om een vergunning tot het houden van een collecte voor de solidariteitsakte. Deze vergunning is noch verleend noch ge weigerd. Spreker vraagt waarom burgemeester en wethouders in deze geen snelle beslissing hebben genomen en wat de aanleiding was om do vergunning als het ware te weigeren. De heer Rattink vraagt ook waarom burgemeester en wethouders geen snellere beslissing heb ben genomen ontrent de collecte aangevraagd door d.e samenwerkende bouwvakarbeidersbon- «üden. Spreker vindt het jammer, dat liet met deze collecte aanvrage aldus is afgelopen, terwijl de staking de sympathie wegdroeg van een ieder, hetgeen blijkt uit het verhandel de in de 2e kamer en uit de publieke opinie. Gaaren in een volgend geval een snellere be slissing, voortkomende uit een eigen beleid. aKT;/00RD Het verzoek van de plaatselijke besturen van de K.A.3., het N.V.V. en het C.N.V. om hier ter stede een openbare geldinzameling te mo gen houden ten behoeve van de stakende bouw vakarbeiders is vrijdag 18 maart j.l. bij ons ingekomen en nog dezelfde dag in de vergade ring van ons college aan de orde gesteld. Hoewel dit verzoek bij oppervlakkige beschou wing wellicht voor inwilliging vatbaar scheen, leek dit in het kader van een weloverwogen be leid toch niet zo vanzelfsprekend. Een beroep op de publieke offervaardigheid door midö.el van een openbare geldinzameling kan Immers be zwaarlijk als een geëigend middel beschouwd worden om de financiële gevolgen van een sta king het hoofd te bieden. Daarom hebben wij gemeend niet terstond een definitieve es lis sing te. moeten nemen maar achtten wij het beter het resultaat af te wachten van een daar s daarna te houden bespre king van deze aangelegenheid door de wethou ders van sociale zaken van 15 Brabantse ge meenten. In deze bespreking, die tot doel had de mogelijkheid te onderzoeken om in ïïoord- Brabant tot een uniform beleid terzake te ko men, is gebleken, dat in een aantal gemeenten in deze provincie geen verzoek als hiervoor bedoeld is ingekomen, in een groot aantal andere gemeenten burgemeester en wethouders op het verzoek afwijzend zouden heslissen en slechts in een enkele gemeente de gevraagde toestemming zou worden verleend. Alvorens een beslissing te nemen achtte ons college het tevens raadzaam het advies van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 527