volgno. 11 der agenda
ad 5. Het "bedrag ad 6.000.- is vooral "bestemd om ook voor de schoolvrije jeugd
mogelijkheden te scheppen voor enige culturele vorming. De schoolgaande
jeugd heeft op dit terrein reeds diverse mogelijkheden.
In het eerste en derhalve experimentele stadium komt het ons wenselijk voor dat
Uw raad ons college delegeert tot uitgave van de bestemmingspost: subsidies op
basis van ledental tot een maximum van 25.000.-.
Voor de overige posten achten wij de gewenste procedure dat de binnen de besten-
mingsposten naar ons oordeel wenselijke en noodzakelijke subsidies aan U ter
vaststelling worden voorgelegd met dien verstande dat ons college delegeert
tot 15fo van elk der bestemmingsposten, waardoor bereikt wordt dat kleine zaken
snel kunnen worden afgedaan.
Bij de bestudering van onze taak ten aanzien van de jeugd is ons opnieuw geble
ken dat een overzicht van en een inzicht in hetgeen ter plaatse voor de jeugd ge
beurt en gebeuren moet moeilijk te krijgen is. Wij voelen het gemis aan regelma
tig overleg met en advies van personen die kennis van on belangstelling voor
jeugdaangelegenheden hebben.
Evenals in vele andere gemeenten werd in Breda na de oorlog een jeugdraad in het
leven geroepen. In deze jeugdraad hadden zitting personen, die een leidinggevende
functie hadden in het jeugdwerk.
Niet voldoende levensvatbaarheid bezittend werd deze zelfstandige jeugdraad la
ter opgenomen als sectie van de culturele werkgemeenschap. Bij de reorganisatie
va.n de culturele werkgemeenschap in 1957 werd de sectie jeugd ontbonden en niet
heropgericht. De pogingen om tot een representatief en ons college adviserend col
lege te konen zijn mislukt.
Bij ons schrijven van 4 december 1957 (bijlagen 110.465) hebben wij Uw raad doen
weten dat eem orgaan, waarin de plaatselijke jeugdorganisaties federatief samen
werken geen oplossing biedt, omdat de jeugdbeweging slechts één facet is van de
gehele vorming van de jeugd.
Inmiddels hebben wij ons ten deze nader georiënteerd en uit diverse besprekin
gen hebben wij menen te moeten concluderen dat het noodzakelijk is op korte ter
mijn een jeugdadviesraad voor ons college in het leven te roepen, welke beperkt
in aantal doch zo breed mogelijk van samenstelling is.
Opvoeding van jeugdigen eist immers een harmonie in de toepassing van een veel
heid van vormen en middelen en een goed samenspel tussen hen die leiding geven
en werken in de jeugdbeweging, de (jeugd)standsorganisaties,de sport,het onderwijs,
cultuur etc.. Noch de materie voor, noch de samenstelling van een meer gereglemen
teerd lichaam is op dit moment reeds te omschrijven.
Bij de samenstelling van de adviesraad, waarover wij reeds een aantal bespre
kingen hebben gevoerd, hopen wij de bovengenoemde facetten naar voren te brengen
en deze zullen er naar wij hopen toe leiden dat binnen niet al te lange tijd een
meer definitieve vorm aan de organen in deze sector wordt gegeven-
Wij stellen Uw raad voor de bovenuiteengezette subsidieregeling per 1 januari
1960 te doen ingaan.
Een afwijkend oordeel van de afdeling voor de subsidies zal U worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R, Geuljans burgemeester
Van Woensel secretaris