volgno, 14b der agenda zou enigszins gecompenseerd kunnen worden door de stichting van een nieuwe school in Doornbos, doch het leerlingenaantal van 62 zal toch wel niet gehaald worden. Voorts dient in het oog te worden gehouden dat bij de vaststelling van de grootte der openbare lagere school 5overweg met de bezoekers uit Doornbos- Linie reeds rekening is gehouden. Voor de drie openbare scholen is voldoende huisvestingsmogelijkheid aanwezig, terwijl er geen wachtlijsten voor leerlingen bestaan. Artikel 19 der lager onderwijswet schrijft voor, dat in elke gemeente vol doende lager onderwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid toeganke lijk zijn. Gezien het in de vorige alinea gestelde wordt aan deze wettelijke bepaling voldaan. (Bovendien zal, wanneer de St.Silvester u.l.o.-school de openbare school Middellaan heeft verlaten, daar nog een 5-tal klaslokalen leegkomen, zodat vooreerst geen behoefte aan nieuwe openbare g.l.o.-scholen zal bestaan). Daarnaast is de afstand tot de bestaande drie openbare g.l.o.-scholen in het algemeen uit iedere woonwijk zeer wel overbrugbaar en is er dus geen aanleidin om uit een oogpunt van betere spreiding tot de stichting van een 4e school te komen. Zoals vermeld zouden thans dus maximaal 62 leerlingen kunnen worden verwacht voor een op te richten openbare g.l.o.-school in Doornbos, welk aantal veel te weinig is voor een schoolstichting te Breda (125). Bovendien moet ermede rekening worden gehouden, dat bij eventuele schoolstichting een 40-tal leer lingen uit Belcruia en Linie de scholen Middellaan en Beverweg souden moeten gaan verlaten, wil de school Doornbos deze 62 leerlingen gaan tellen. Uw college moge hieruit blijken, dat het daarom niet aanvaardbaar is in de stadswijk Doornbos een openbare g.l.o,-school te stichten, mede gezien do omstandigheid, dat het minimum aantal vereiste leerlingen van 125 slechts voor ongeveer de helft zal worden gehaald. De wetgever heeft voor het openbaar lager onderwijs niet de mogelijkheid geschapen het leerlingenaantal nodig voor de stichting ener school, lager te stellen dan het wettelijk minimum (i.c.12':) zoals bij het bijzonder on derwijs mogelijk is, uitgezonderd in het geval, bedoeld in artikel 25, lid 5, der wet (ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs, b.v. scholen waarin nieuwe denkbeelden op pedagogisch gebied worden toegepast). Mogelijkheid tot stichting van e n openbare g.l.o.-school boven de spoor lijn zal mogelijk wel bestaan, ruineer de üghtpolder is volgebouwd en zich dan boven de spoorlijn aanmerkelijk meer personen gevestigd hebben. Het komt ons echter prematuur voor ons hierover reeds thans te gaan. beraden, aangezien nog niet bekend is, wanneer een bebouwing van de Hoge Yught ter hand zal worden genomen en hoeveel personen zich daar dan zullen vestigen. Hetgeen vermeld is omtrent de verlaging van de leerlingenschaal voor het gewoon lager onderwijs is niet juist. De eerste van de in 3 fasen te vol voeren verlaging der leerlingenschaal zal, volgens mededeling van de staats secretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen bij de behand.eling van de begroting 1960 van diens departement worden doorgevoerd in 1963/ overigens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 545