bij volgno. 14c der agenda
Toelichting behorende bij het voorstel van bur
gemeester en wethouders op aanvragen van de
Stichting Jan Ligthartschool voor beschikbaar
stelling van gelden voor de stichting van een
g.l.o.- en een kleuterschool.
ISchool voor gewoon lager onderwijs.
Op grond van artikel 72 van de lager onderwijswet 1920 moeten bij de aanvrage
voor de beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een nieuwe school
in een gemeente met 100.000 of meer inwoners, de navolgende stukken worden
overgelegd:
a. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school door tenminste 125 leerlin
gen zal worden bezocht;
b. een verklaring, waarbij het bestuur zich verbindt om, voordat met de bouw
wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag van 15$ van de stichtings-
kosten in de gemeentekas te storten;
c, 1een opgave van het aantal leerlingen, voor wie het gebouw ruimte moet
bieden;
2, het maximum aantal leerlingen, dat per lokaal zal worden toegelaten;
5. het aantal lokalen;
4. of de school bestemd zal zijn voor het geven van gewoon lager, voort
gezet gewoon lager of uitgebreid lager onderwijs;
d, een verklaring, waaruit blijkt dat het schoolbestuur is aangesloten bij een
groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep hebben ingesteld;
ftd a. Het bestuur heeft verzuimd te verklaren, dat de school door tenminste
125 leerlingen zal worden bezocht.
Aangezien de aanvrage dus niet aan deze wettelijke eis voldoet, dient
de medewerking te worden geweigerd (artikel 75? sub 2, der lager on
derwijswet 1920).
Afgezien hiervan is nog een sociografisch onderzoek ingesteld naar
het te verwachten leerlingenaantal van de onderhavige Jan Ligthart
g.l.o.-school.
Hoewel de lager-onderwijswet 1920 niet als eis stelt, dat do verkla
ring van schoolbezoek een reeks van schriftelijke bevestigingen der
ouders moet bevatten dat hun kinderen de nieuw te stiohten schoei
zullen bezoeken, is dit wel gebruikelijk, omdat hierin over het al
gemeen de enige waarborg is gelegen, dat ook inderdaad het vereiste
aantal leerlingen de nieuwe school zal bezoeken.
Onder meer bij K»B. van 10 maart 1949? no.7? oordeelde de Kroon ech-