GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. volgno. 30 der agenda Bijlagen 1960 nr.369 6 juli 1960 P/11801 Voorstel van burgemeester en wethouders tot rege ling van een ontslag aan huwend vrouwelijk per soneel en betreffende de mogelijkheid van in dienstneming van gehuwd vrouwelijk personeel. Gedurende lange tijd was in de rechtspositieregelingen van het overheidsperso neel (rijk, provincies en gemeenten) alsmede in de regelingen inzake de positie van het personeel van de door de overheid gesubsidieerde instellingen van onder wijs bepaald, dat een gehuwde vrouw niet kon worden aangesteld en dat de huwen de ambtenares of onderwijzeres werd ontslagen met ingang van de dag volgende op die van haar huwelijk. In de laatste tien jaren zijn deze voorzieningen herhaaldelijk in discussie ge weest. Wij menen te mogen veronderstellen, dat aan Uw raad de argumenten, welke daarbij naar voren zijn gebracht, voldoende bekend zijn. In september 1955 sprak de Tweede Kamer der Staten Generaal,bij een zeer klei ne meerderheid, als haar oordeel uit, dat het behoudens bij het blijken van mis standen niet op de weg van de Staat ligt de arbeid van de gehuwde vrouw te ver bieden en nodigde zij de regering uit de hiermede strijdende voorschriften te her zien» Zowel bij de parlementaire behandeling van de kleuteronder djsuet als van de op 1 januari 1959 in werking getreden wijzigingswet van de lager onderwijswet 1920 is anderzijds duidelijk naar voren gekomen, dat de gemeentebesturen en de be sturen van de bijzondere onderwijsinstellingen thans de bevoegdheid hebben rege lingen te treffen ten aanzien van het dienstverband van de gehuwde/huwende onder wijzeres en kleuterleidsters, nu de centrale regeling hierin niet langer voorziet Een en ander is voor ons aanleiding geweest ons nogmaals te beraden over deze aangelegenheid Wij zijn thans van oordeel, dat er geen reden aanwezig is bijzondere voorzienin gen te treffen ten aanzien van de indienstneming van reeds gehuwde vrouwelijke sollicitanten. Bij indienstneming kan immers geval voor geval bekeken worden. Wordt, gelet op de bekwaamheid, persoonlijke eigenschappen en omstandigheden, een gehuwde sollicitante aangesteld, dan achten wij het thans minder juist, dat haar rechtspositie anders zou zijn, dan die van het overige personeel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 583