volgno.30 der agenda -2- Ten aanzien van de ambtenares of onderwijzeres, die tijdens haar dienstverband in het huwelijk treedt, doet zich echter een andere situatie voor. De gemeente kan niet werden geacht gebonden te zijn aan de omstandighedsiwelke dooi- dit huwelijk kunnen ontstaan. Wij menen dan ook, dat het zin heeft de ont slagregeling ten aanzien van het vrouwelijk personeel, dat in het huwelijk treedt, te behouden. Gehoord de commissie van overleg en de vakorganisaties van het onderwijzend per soneel stellen wij IJ daarom voor: A) in het algemeen ambtenarenreglement het derde lid van artikel 10, luidende "Gehuwde vrouwen kunnen niet in vaste dienst worden aangesteld" te doen ver vallen; B) te besluiten, dat aan onderwijzeressen, kleuterleidsters en leraressen aan het gemeentelijk gymnasium, die in het huwelijk treden, eervol ontslag zal worden verleend met ingang van de dag volgende op die van haar huwelijk. Do onder B bedoelde voorziening zal bij de vaststelling van de in voorbereiding zijnde herziening van de rechtspositiereglementen van het personeel van de .gemeente lijke scholen daarin worden uitgewerkt. Burgemeester en wethouders van Breda, R.Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 584