GEMEENTE BREDA
volgno. 4 der agenda
Bijlagen 1960
nr. 377
10 augustus 1960
F/10930
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van een' nieuwe verordening op de
heffing van marktgeld in de gemeente Breda.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
De verordening op de heffing van marktgeld in de gemeente Breda (gemeenteblad
1338) werd bij koninklijk besluit van 21 november 1955 goedgekeurd tot 1 januari
1961. Aansluitend op laatstgenoemd tijdstip zal derhalve een nieuwe verordening
moeten worden vastgesteld cn ter hogere goedkeuring worden aangeboden.
Krachtens de thans geldende verordening wordt voor goederen, welke ten verkoop
worden uitgestald of aangeboden, een marktgeld geheven van 0,15 per m2 of ge-
/(daarvan deelte/ingenomen marktruimte. Voor zogenaamde standwerkers bedraagt het minimum
0,75, indien niet meer dan 2 m2 ruimte wordt ingenomen,en voor iedere m2 daar
boven 0,15. Verder zijn afzonderlijke tarieven opgenomen voor manden met dieren,
voor karren en voor hand-, honden- of kruiwagens.
Deze tarieven zijn sedert 1951 ongewijzigd gebleven. In verband met gestegen
kosten van het schoonmaken der marktterreinen en toegenomen kosten van toezicht
en administratie alsmede in het kader van versterking der eigen inkomsten van de
gemeente wordt tariefsverhoging wenselijk geoordeeld.
webleken is ook, dat elders het marktgeld. hoger is dan hier. In vergelijkbare ge
meenten bedraagt dit veelal 0,25 per m2/m'.
Door optrekking van het huidige tarief tot 0,25 per m' ingenomen plaatsruimte
wordt, gelet op de stijging van kosten en op de elders geheven tarieven, een
verantwoorde aanpassing bereikt. Het tarief voor de zogenaamde standwerkers
plaatsen dient hiermede in overeenstemming te worden gebracht.
De tarieven voor manden met dieren, karren, hand-, honden- of kruiwagens, voor-
komende in de huidige verordening, kunnen vervallen, omdat deze op de markten
geen toepassing meer vinden en eventueel het tarief per m' ingenomen plaats
ruimte daarvoor in de plaats kan treden.
Hierbij wordt U een ontwerp-verordening aangeboden, waarin de nieuwe tarieven
zijn opgenomen.
De redactie van artikel 6 hebben wij in overeenstemming gebracht met de richt
lijnen van de commissie voor de techniek der gemeentelijke belastingverorde
ningen, welke bij circulaire van de minister van binnenlandse zaken van 30