bij volgno, 5 der agenda -3- wethouders, één door de belanghebbende en de derde door deze beidentezamen of bij gebreke aan overeenstemming door de kantonrechter, opgedragen terzake een advies uit te brengen. 2. Burgemeester en wethouders delen de belanghebbende binnen de vorengenoemde termijn bij aangetekende brief le naam van de door hen benoemde deskundige mede. Bij niet-inachtneming van deze termijn kan de belanghebbende aan de kantonrechter verzoeken een deskundige, die voor de gemeente zal optreden, te benoemen. 3. De belanghebbende is verplicht aan burgemeester en wethouders binnen twee maanden na de verzending van het schrijven bedoeld in de eerste zin van het vorige lid, van de door hem aangewezen deskundige, onderscheidenlijk na de benoeming, bedoeld in de tweede zin van het vorige lid, van de door hem en de kantonrechter aangewezen deskundigen schriftelijke opgave te verstrekken. Bij niet-inachtneming van deze termijn vervalt iedere aanspraak op schadevergoeding, tenzij de belanghebbende op goede gronden aannemelijk maakt, dat hij niet in de gelegenheid was de bedoelde opgave tijdig te verstrekken. .Artikel 7. 1De commissie wordt bijgestaan door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen gemeente-ambtenaar, die met raadgevende stem aan haar beraadsla gingen en verdere handelingen deelneemt. 2. De commissie stelt de belanghebbende en het gemeentebestuur of hun gemachtig de in de gelegenheid hun standpunt schriftelijk en/of mondeling uiteen te zetten, 3. De commissie is bevoegd de naar haar oordeel daarvoor in aanmerking komende personen uit te nodigen voor haar te verschijnen tot het geven van in lichtingen. Berekening en vaststelling van de tegemoetkoming. Artikel 6. 1Ba beëindiging van haar onderzoek brengt de commissie aan de gemeenteraad ten spoedigste een schriftelijk advies uit, 2. in het rapport van de commissie wordt in de eerste plaats een gemotiveerd oor deel uitgesproken over de vraag of door de verzoeker tengevolge van de in het verzoek vermelde stedebouwkundige maatregel in feite schade als in artikel 3 bedoeld omschreven wordt geleden. iVordt deze vraag bevestigend beantwoord, dan volgt een berekening van de schade en een gemotiveerd oordeel over de vraag, welke tegemoetkoming in de schade billijk is. 3. Indien de belanghebbende eigenaar is van het onroerend goed of de onroerende goederen, waarop het verzoek betrekking heeft, neemt de commissie bij de be rekening van de schade en de toe te kennen tegemoetkoming in de schade in aan merking enerzijds de waardevermindering, welke het onroerend goed of de on roerende goederen voor de belanghebbende hebben ondergaan als gevolg van de vaststelling van de stedebouwkundige maatregel, waardoor hij zich benadeeld acht, en anderzijds de waardevermeerdering, welke zij tengevolge van die of een andere gelijktijdig genomen stedebouwkundige maatregel hebben of zullen ondergaan. levens houdt de commissie rekening met eventuele waardevermeerdering van alle andere aan de belanghebbende toebehorende bezittingen als gevolg van dezelfde stedebouwkundige maatregel, waardoor hij zich benadeeld acht, of een andere gelijktijdige genomen stedebouwkundige maatregel. 4. Bij de berekening van de schade wordt in geen geval gelet op veranderingen, welke kennelijk zijn tot stand gebracht om de schadevergoeding te verhogen, terwijl evenmin wordt gelet op veranderingen tot stand gebracht na de neder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 615