bij volgno. 5 der agenda ~4~ legging ter inzage, bedoeld in artikel 10, 1e lid, in artikel 35? 4e lid, in artikel 37, 2e lid, artikel 43, jo.artikel 37, 2e lid, der woningwet en in artikel 3, 1e lid en artikel 8, jo. artikel 3, 1e lid, der wederopbouwwet of nadat de belanghebbende overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 3, c.q. juncto artikel 33, 6e lid, der woningwet schriftelijk heeft verklaard, tegen de in die artikelen bedoelde stedebouwkundige maatregelen geen bezwaar te heb ben. 5. Indien de belanghebbende niet is eigenaar van het onroerend goed of de onroe rende goederen, waarop het verzoek betrekking heeft zijn de beide vorige leden van overeenkomstige toepassing. Artikel 9. 1. Binnen drie maanden, nadat de commissie haar rapport heeft uitgebracht, be slist de gemeenteraad na kennisneming van dit-rapport of door de verzoeker ten gevolge van de in het verzoek vermelde stedebouwkundige maatregelen in feite schade als in artikel 3 bedoeld wordt geleden en stelt hij zo nodig de tegemoetkoming vast, waarvan de belanghebbende ten spoedigste bij aangetekende brief mededeling wordt gedaan. 2. Indien de gemeenteraad de schadevergoeding niet heeft vastgesteld binnen de in het eerste lid genoemde termijn wordt die vergoeding geacht te zijn bepaald op het door de commissie voorgestelde bedrag, 3. Indien de gemeenteraad de tegemoetkoming op een lager bedrag heeft vastge steld dan in het rapport van de commissie is aangegeven, wijst de gemeenteraad binnen twee maanden na ontvangst van de mededeling van belanghebbende, dat hij van de beslissing van de raad voorziening wenst te vragen, een commissie van beroep aan, waarbij belanghebbende binnen dertig dagen, nadat hem de aanwijzing is medegedeeld, bij gemotiveerd beroepschrift voorziening kan vragen. doelde mededeling dient te geschieden binnen twee maanden na de verzending van de be slissing van de gemeenteraad, 4. De in het vorige lid bedoelde commissie (beroepscommissie) bestaat uit een voorzitter en twee leden, die op voordracht van burgemeester en wethouders door de gemeenteraad buiten zijn midden worden benoemd. 5. Indien tegen het besluit van de gemeenteraad bij de commissie van beroep be zwaren bestaan, herziet de raad zijn besluit met inachtneming van die bezwaren, met dien verstande dat de tegemoetkoming niet op een hoger bedrag kan worden vastgesteld dan in het rapport van de schadebeoordelingscommissie is aange geven. Uitkering van de tegemoetkoming. Artikel 10. 1De ingevolge deze verordening vastgestelde tegemoetkoming wordt uitgekeerd binnen twee maanden na haar vaststelling. De raad kan bij zijn beschikking een later tijdstip voor de uitkering vaststellen en aan de uitkering voorwaarden verbinden. Het derde lid van artikel 9 is ten deze van overeenkomttige toepassing. 2. De tegemoetkoming in de schade kan in overleg met de belanghebbende ook geheel of gedeeltelijk worden gevonden in: a. et geheel of gedeeltelijk aankopen door de gemeente van het getroffen on roerend goed of de getroffen onroerende goederen; b, het uilen door de gemeente, eventueel met een toegift, van onroerend goed.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 616