volgno. 7 der agenda -2- Op grond van het bepaalde in artikel 81 der onteigeningswet hebben wij over dit bezwaarschrift het advies ingewonnen van de hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting en bouwnijverheid in de provincie Ïïoord-Brabantwnd. inspecteur vsn de volksgezondheid. Deze adviseert ons do geëntameerde onteige— procedure voort te zetten en te trachten voor reclamant een oplossing te vin den. liet advies ligt voor U ter visie in de raadzaal. Wij stellen U thans voor: 1 het bezwaarschrift van J.A. Martens ongegrond te verklaren on ons te machtigen hem kennis te geven van hetgeen ten aanzien van zijn bezwaarschrift heeft overwogen en beslist; 2, vast te stellen het plan tot onteigening van percelen en perceelsgedeelten gelegen in het uitbreidingsplan "Poolseweg 1959" overeenkomstig het met de overige stukken ter visie gelegde ontwerp-besluit. Daar het uitbreidingsplan "Poolseweg 1959" nog geen rechtskracht heeft, zijn in het concept-besluit enige bepalingen opgenomen, inhoudende, dat geen dagvaardin gen zullen worden gedaan alvorens onherroepelijk omtrent het uitbreidingsplan is beslist en dat de onteigening vervalt, wanneer en voor zover het uitbrei- dingsplan niet zal worden goedgekeurd. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 620