GEMEENTE BREDA volgno.4 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1960
nr .43
10 februari 1960
V/22759
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van het uitbreidingsplan in onder
delen "Emer 1959".
Met ingang van 14 november 1959 heeft gedurende vier weken ter gemeentesecre
tarie ter inzage gelegen een ontwerp-uitbreidingsplan "Emer 1959" met de daar
bij behorende bebouwingsvoorschriften.
Deze ter visielegging is op de gebruikelijke wijze aan de ingezetenen bekend ge
maakt en bovendien aangekondigd in de plaatselijke bladen "De Stem" en "De
Bredasche Courant".
Tegen het ontwerp-plan is een bezwaarschrift ingekomen van de N.V.Centrale
Suiker Maatschappij Fabriek "ïittouck" Breda.
Maar aanleiding van dit bezwaarschrift merken wij op, dat reclamante als be
langhebbende in de zin der woningwet is te beschouwen en dat het bezwaarschrift
binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingekomen. Reclamante is derhalve
ontvankelijk in haar bezwaren.
De bestemming "industriële- en spoorwegdoeleinden, zonder bebouwing", waartegen
reclamante bezwaar maakt, wordt op de betreffende grond gelegd omdat de ontwik
keling daar ter plaatse thans nog niet in details kan worden overzien, mede in
verband met de hoogspoorplannen. Mocht te zijner tijd blijken, dat na coördina
tie van meer concrete plannen deze beschermende bestemming niet noodzakelijk is
dan zal het uitbreidingsplan daaraan worden aangepast. In het ongetwijfeld nood
zakelijk overleg over deze plannen zal ook reclamante worden betrokken, zodat
geen gevaar bestaat, dat haar belangen over het hoofd zullen worden gezien.
dij achten daarom het bezwaarschrift van adressante ongegrond.
In verband met de opmerking van reclamante over ha.ar schrijven van 29 augustus
1958 leggen wij dit alsmede ons preadvies hierover en ons antwoord aan recla
mante ter inzage.
Voor een omschrijving van het plan mogen wij U verwijzen naar de ter visie ge
legde toelichting.