GEMEENTE BREDA
volgno. 3i der agenda
Bijlagen 1960
no. 437
7 september 1960
IZ/15875
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
VRAAG
Kevrouw Üe_3pnte. zegt dat bewoners van de
Jac. Catssingel bij de politie een klacht
hebben ingediend m.b.t, het weiden van
paarden en geiten op het shotveld aan de
Jacob Catssingel. Er is nadien ter plaatse
een bordje aangebracht dat het verboden is
om paarden enz, te doen .razen. Aan dit ver
bod werd niet de hand gehouden. Spreekster
verzoekt hierop toezicht te doen uit
oefenen in het belang van de kinderen.
De heer Van de hoort vraagt of de data van
de begrotingsbehandeling al zijn vastgesteld.
Hij zal deze gaarne vernemen.
De heer Ilulskramer vraagt aandacht voor de
boonbeplanting langs het Schoolakkerplein.
De bewoners ondervinden hinder van deze be
planting door het verstopt raken der goten.
Hij verzoekt terzake maatregelen te treffen.
De heer Vis zegt dat een commissie onder
leiding van de voorzitter van de gezond
heidsraad - mede op grond van uitvoerige
onderzoekingen in het buitenland - tot de
conclusie is gekomen dat fluoridering van
het drinkwater moet worden aanbevolen, om
dat op deze wijze het tandbederf in be
langrijke mate kan worden teruggedrongen.
Is Uw college bereid te bevorderen dat
voor de gemeente Breda dit advies zo
spoedig mogelijk wordt opgevolgd
ANTWOORD
Op het shotveld aan de Jacob Catssingel werd
de laatste tijd viermaal een paard aangetrof
fen. Nadat de respectieve eigenaren waren op
gespoord verklaarden dezen onafhankelijk van
elkaar, dat
sij in de mening verkeerden, dat
het bord "verboden voor paarden en vee" gold
voor het voetpad, waarnaast het is geplaatst.
Dit bord schijnt derhalve misleidend te zijn.
-'ij hebben thans opdracht gegeven enige
borden op een zodanige wijze bij te plaatsen,
dat geen misverstand ieer mogelijk is.
De data van oehandeling der begroting 1961
zijn de raad bij schrijven van 22 augustus
1960, 1/11232 medegedeeld.
Br zal niet tot rooien worden overgegaan, doch
in het najaar zullen de betreffende bomen
waar nodig worden ingesnoeid.
In beginsel staan wij niet afwijzend tegenover
de fluoridering van heb drinkwater. Wel menen
wij te moeten handelen geheel overeenkomstig
het advies van de vereniging van waterleiding-
belangen in Nederland de Y.WY
Dit advies luidt als volgt:
"Nadat het rapport betreffende de fluoridering
van drinkwater openbaar zal zijn genaakt,
zullen de verschillende facetten van het vraag
stuk aan de hand daarvan moeten worden bezien.
Het bestuur van de vereniging van waterleiding-
belangen in Nederland neemt daarom het stand
punt in, dat in dit stadium van de ontwikkeling