GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1960
no. 441
7 september 1960
12/14713
Voorstel van burgemeester en wethouders inzake
de verordening ex artikel 11, 2e lid, der
winkelsluitingswet 1951.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In zijn vergadering van 23 juni jl. besloot Uw raad de verordening ex artikel
11, 2e lid, der winkelsluitingswet 1951 aan te vullen met een artikel 6a,
luidende als volgt:
"De in artikel 2 onder a, b en c. der winkelsluitingswet 1951 bedoelde ver
boden gelden niet voor de bij het motel Breda, Rijsbergseweg nr. 20, te Breda,
behorende drugstore-snackbar". De bedoelde verboden betreffen de openstelling
van een winkel op zondag en verder op werkdagen vóór 5 en na 18 uur.
legen deze bepaling in de desbetreffende, ter goedkeuring aan de Kroon ge
zonden wijzigingsverordening heeft de Staatssecretaris van Economische
Zaken bij brief van 17 augustus 1960 bezwaren gemaakt. Deze bezwaren komen
op het volgende neer.
De verordening is geredigeerd voor één bepaalde winkel, te weten de drugstore
snackbar van het motel Breda. Artikel 11, 2e lid, van de winkelsluitingswet
1951 zou dit echter niet toelaten.
Hierin is bepaald, dat de gemeenteraad, indien naar zijn oordeel plaatselijke
omstandiglieden daartoe aanleiding geven, vrijstelling kan verlenen onder meer
van de in artikel 2 van genoemde wet bedoelde verboden. Het in de aangehaalde
wetsbepaling gebezigde woord "vrijstelling" duidt volgens de Staatssecretaris
er op, dat steeds categorieën winkels moeten worden genoemd.
Behalve tegen de redactie van het hiervoor aangehaalde artikel 6a der veror
dening heeft de Staatssecretaris er ook bezwaar tegen, dat niet-motelbezoekers
na het wettelijk sluitingstijdstip der winkels in de drugstore zouden kunnen
kopen. Hiervoor zijn naar zijn mening geen plaatselijke omstandigheden, als
bedoeld in artikel 11, 2e lid, der winkelsluitingswet 1951aanwezig.
In verband met het voorgaande stellen wij Uw raad voor onder intrekking van
de wijzigingsverordening van 23 juni 1960 te besluiten de verordening ex ar
tikel 11, 2e lid, der winkelsluitingswet 1951 te wijzigen overeenkomstig het
hierbij gevoegd concept, waarin met de opmerkingen van de Staatssecretaris van
Economische Zaken rekening is gehouden.
volgno. 6 der agenda