3. "St. Fidelis" niet erkennen als een instelling voor het gezinswerk. volgno.8 der agenda -2- zijn gevoerd is gebleken, dat de wijze waarop het werk wordt uitgeoefend voldoende vertrouwen wekt om in alle redelijkheid "3t. Fidelis" te erkennen als een instelling voor bijzonder jeugdwerk Ten aanzien van een al of niet erkennen als instelling voor gezinswerk ligt ie zaak niet zo eenvoudig. Gewezen moet ook hier worden op het tij het stedelijk centrum in voorbereiding zijnde structuurplan voor het maatschap pelijk werk in de stad. Daarin zal getracht worden een planning te ontwer pen en een beleid te bepalen met hot oogmerk om in samenwerking en in nauw overleg, niet alleen tussen de organen van het particulier initiatief onder ling maar ook met de gemeente, te geraken tot een zo goed mogelijke taakver vulling bij de diverse instellingen. De zo noodzakelijke integratie en efficiency van het maatschappelijk werk wordt daardoor vollediger verkregen. Of aan "St. Fidelis" in het kader van dit plan ook gezinswerk kan worden opgedragen valt op dit ogenblik moeilijk te zeggen. Gelet op de situatie van dit moment komt het ons verstandiger voor voorlopig oen afwachtende houding aan te nemen. De situatie is namelijk deze, dat in de concentraties van maatschappelijk onaangepaste gezinnen het gezinswerk wordt verricht door de stichting Wijkwerk Fius X, terwijl buiten de concentraties het gezinswerk, althans voor dc katholieke bevolkingsgroep, tot de taak behoort van het interparochieel sociaal charitatief centrum. Zou "St. Fidelis" gezinswerk blijven verrichten, dan betekent dit, dat daarmede het werk van de stichting Wijkwerk Pius X en het stedelijk centrum xrordt doorkruist en dat eenzelfde soort werk voor dezelfde mensen tweemaal zou worden gesub sidieerd. Cp grond van het bovenstaande zijn wij dan ook van oordeel, dat, zeker ge durende de periode dat het structuurplan nog niet gereed is, het gezinswerk verricht moet blijven worden door de daarvoor bestaande en ook reeds gesub sidieerde organisaties. Deze zienswijze wordt, blijkens een mededeling van het hoofd ven het bureau woord-Brabant van het ministerie van maatschappelijk werk, door bet rijk gedeeld. Wij stellen Uw raad daarom het volgende voor: 1"St. Fidelis" erkennen als instelling voor bijzonder jeugdwerk, 2. hieraan, behalve de voorwaarden van meer financiële aard waarop hieronder nader wordt teruggekomen, de voorwaarde te verbinden, dat op behoorlijke en ook zichtbare wijze wordt samengewerkt met organisaties en personen van het maatschappelijk werk; Na erkenning van "St. Fidelis" als instelling voor bijzonder jeugdwerk ver dient het inderdaad aanbeveling de huidige gemeentelijke subsidieregeling te herzien. Op basis van dezelfde overwegingen, die wij hebben aangehaald in ons voorstel betreffende de subsidiëring van de stichting Wijkwerk Fius X, zouden wij Uw raad willen voorstellen met deze regeling aan te sluiten hij de "Rijksregeling subsidiëring bijsonder jeugd- en volksontwikkelings werk". Deze vernieuwde rijksregeling kent een subsidie toe van 401 van de sub sidiabele uitgaven en is ingegaan per 1 september 1959. Omdat het verzoek van "St. Fj delis "al geruims tijd loopt is hét billijk de gemeentelijke regeling rer genoemde datum te doen ingaan. Aan de band van de door "St.Fidelis" overgelegde begroting en met inacht neming van de daarop door het rijk aangebrachte correcties kunnen de sub sidiabele uitgaven voor het bijzonder jeugdwerk in het boekjaar 1959/1960 gesteld worden op 40.565,75. Omdat het subsidie over dit boekjaar ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 727